‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben. Maar ik heb u al gezegd dat u niet gelooft, ook al hebt u me gezien. Iedereen die de Vader mij geeft zal bij mij komen, en wie bij mij komt zal ik niet wegsturen, want ik ben niet uit de hemel neergedaald om te doen wat ik wil, maar om te doen wat hij wil die mij gezonden heeft. Dit is de wil van hem die mij gezonden heeft: dat ik niemand van wie hij mij gegeven heeft verloren laat gaan, maar dat ik hen allen laat opstaan op de laatste dag. Dit wil mijn Vader: dat iedereen die de Zoon ziet en in hem gelooft, eeuwig leven heeft, en dat ik hen op de laatste dag uit de dood zal opwekken.’
«Songs From Your Collarbone» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
«Native intuition» © Magnatune Magnatune license
De groep Myndra speelt het lied Muscle memory. ‘Mijn geest kan ik voor de gek houden, maar mijn lichaam doet niet alsof.’
Sta aan het begin van het gebed even stil bij hoe je je voelt. Ontspannen, Moe, verward? Voel wat je lichaam aangeeft terwijl je luistert naar de woorden van Meister Eckhart.
Word als een kind
word doof, word blind
Je eigen zelf
moet Niets worden
verdrijf alle iets en alle niets!
vermijd ook alle beelden en voorstellingen
zoek zonder een weg
het smalste pad
en vind zo de richting naar de woestijn.
De lezing van vandaag komt uit het evangelie volgens Johannes. Hoofdstuk 6, vanaf vers 35.
Jezus begint hier met te spreken over honger en dorst - aan mensen die waarschijnlijk echte honger en echte dorst kenden als een vast onderdeel van hun leven. Maar zijn er andere dingen, behalve voedsel en water, waar je honger en dorst naar hebt? Wat zijn die dingen?
Hoe voelt het dat Jezus zichzelf aan jou te voorstelt als het Levensbrood? – Als degene met wie je nooit meer honger zult krijgen – het antwoord op al je diepste verlangens?
Let erop wanneer je de passage opnieuw hoort hoe veel Jezus hier belooft aan ons – en aan jou. Luister vooral naar de belofte waarmee hij eindigt.
‘En ik laat hen allen opstaan op de laatste dag.’ Spreek nu kort met de Heer over wat die belofte voor jou betekent en hoe je wilt reageren.