Toen de tijd naderde dat Jezus van de aarde zou worden weggenomen, ging hij vastberaden op weg naar Jeruzalem. Hij stuurde boden voor zich uit. In een Samaritaans dorp, waar ze kwamen om zijn komst voor te bereiden, wilden de dorpelingen hem niet ontvangen, omdat Jeruzalem het doel van zijn reis was. Toen de leerlingen Jakobus en Johannes merkten dat Jezus niet welkom was, vroegen ze: ‘Heer, wilt u dat wij vuur uit de hemel afroepen dat hen zal verteren?’ Maar hij draaide zich naar hen om en wees hen streng terecht. Ze gingen verder naar een ander dorp.
«Gekleurde veters» © Eigen opname Bidden Onderweg
«Searching for the stars» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
Arjette Kuipers zingt het lied Herinner in de winter.
De lezing van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 9, vanaf vers 51.
Tijdens één van zijn reizen raakt Jezus betrokken bij een eeuwenoud conflict tussen Joden en Samaritanen. Hij is op weg naar Jeruzalem en dat alleen is al genoeg voor de Samaritanen om Hem in een kwaad daglicht te stellen. Hoe moet het geweest zijn voor Jezus om op een dergelijke manier ontvangen te worden?
Zijn leerlingen zijn verontwaardigd en willen reageren, maar Jezus heeft daar geen tijd voor. Kun je je voorstellen wat Hij tegen hen heeft gezegd? Wat zijn “berispende” woorden waren? Hoe de toon van zijn stem was? De blik op zijn gezicht, toen Hij de woorden uitsprak?
Welke echo's van dit soort situaties hoor je in je eigen leven of in het leven van onze wereld van vandaag?
Wanneer je opnieuw luistert naar deze Bijbelpassage, probeer dan een gevoel te krijgen van hoe het was voor de personages in dit verhaal. Hoe voelden ze zich toen dit gebeurde?
Hoe reageer jij op wat je hier hebt gezien? En hoe reageert God, op zijn beurt, op jou?