Terwijl ze hun weg vervolgden, zei iemand tegen hem: ‘Ik zal u volgen waarheen u ook gaat.’ Jezus zei tegen hem: ‘De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen.’ Tegen een ander zei hij: ‘Volg mij!’ Maar deze zei: ‘Heer, sta me toe eerst terug te gaan om mijn vader te begraven.’ Jezus zei tegen hem: ‘Laat de doden hun doden begraven, maar ga jij op weg om het koninkrijk van God te verkondigen.’ Weer een ander zei: ‘Ik zal u volgen, Heer, maar sta me toe dat ik eerst afscheid neem van mijn huisgenoten.’ Jezus zei tegen hem: ‘Wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken, is niet geschikt voor het koninkrijk van God.’
«Opgenomen t.b.v. Bidden Onderweg» © Eigen opname Bidden Onderweg
«Hengestesieg EP» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
Het Basilius college zingt Un soir de neige, gecomponeerd door Francis Poulenc.
Elke boom heeft zijn plaats in de lucht
Elke steen zijn gewicht op aarde
Elke beek zijn levend water
Maar wij hebben geen vuur.
De nacht, de kou, de eenzaamheid
Ik werd zorgvuldig opgesloten
Maar de takken zochten hun weg in de gevangenis
Rond mij vond het gras de lucht
Ze sloten de hemel
Mijn gevangenis is ingestort
De lezing is genomen uit het Evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 9, vanaf vers 56
Ik stel mezelf voor als de reiziger die Jezus op de weg ontmoet. Ben ik ontroerd door de onmiddellijke reactie van de reiziger: “Ik zal je volgen waar je ook gaat”? Wat zou een vergelijkbare respons betekenen in mijn eigen leven?
Zelfs wanneer ik ontroerd ben door zo'n ruimhartige en radicale reactie, moet ik toch ook toegeven dat er “nesten” en “gaten” zijn in mijn leven waarvan ik afhankelijk ben voor mijn veiligheid… Of, zoals degene die zei: "Laat me eerst afscheid nemen van mijn familie", een gevoel van wat respectabel is, maakt mijn reactie misschien niet helemaal van ganser harte. Wat zijn de “nesten” in mijn leven? Hoe maakt mijn gevoel van “zo hoort het” mijn reactie op Jezus wat koeler dan deze zou kunnen zijn?
In de tijd van Jezus zou iemand die vanachter zijn ploeg steeds achterom keek snel een ernstig ongeluk krijgen. Ze moesten vooruit blijven kijken. Wat is het in de persoon van Jezus dat me aantrekt? Wat maakt dat ik mezelf een christen noem? Wat is het in Hem dat me meer bereid maakt om enthousiast het nest uit te vliegen?
Terwijl je de evangeliepassage opnieuw hoort, laat Jezus’ uitnodiging “Volg Mij” zijn als woorden die aan jou persoonlijk gericht worden… vandaag.
Hoe wil je reageren op deze woorden… vandaag? Spreek nu met God hierover en vraag om de genade en de kracht om vandaag je verlangen om Jezus te volgen vorm te geven.