Eens was Jezus aan het bidden, en toen hij zijn gebed beëindigd had, zei een van zijn leerlingen tegen hem: ‘Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes het zijn leerlingen geleerd heeft.’ Hij zei tegen hen: ‘Wanneer jullie bidden, zeg dan:
“Vader, laat uw naam geheiligd worden
en laat uw koninkrijk komen.
Geef ons dagelijks het brood dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze zonden,
want ook wijzelf vergeven iedereen
die ons iets schuldig is.
En breng ons niet in beproeving.”’
«Alice in wonderland» © Magnatune Magnatune license
«Quietest» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
Emma Wallace zingt het lied Evening prayers.
De lezing is genomen uit het Evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 11, vanaf vers 1.
De leerling in het Evangelie schijnt te denken dat bidden iets is wat moet, en dat Jezus hem zou moeten leren, alleen maar omdat anderen, in dit geval de leerlingen van Johannes de Doper, dat ook doen. Voel jij soms op dezelfde manier aan, dat bidden voor jou een soort verplichting is, iets lastigs, iets moeilijks?
Hoe bid jij meestal? Wat verwacht je van het gebed? Als je niet veel bidt, wat precies houdt je tegen?
Jezus leert ons om God Vader te noemen. We wenden ons niet tot iemand met de vraag ons te overladen met cadeautjes, maar tot een Vader die blij is aan onze noden te kunnen voldoen. Bidden is in relatie treden met deze liefhebbende God. Dus, als je de lezing opnieuw hoort, met iets meer ruimte tussen de regels, sta dan iets langer stil bij elke zin, en probeer elk woord te proeven.
Is er een bepaald woord of een bepaalde zin die er uitspringt voor jou, die vandaag iets voor je betekent? Wat heb je vandaag nodig? Wat is het dagelijks brood waar je voor bidt? Moet je iemand om vergiffenis vragen of iemand vergiffenis schenken? Word je op de een of andere manier getest vandaag? Is er een bepaalde uitdaging waar je het hoofd aan moet bieden? Zoals Jezus ons leerde: leg al je noden in de handen van je liefhebbende Vader.