Daarna stelde de Heer tweeënzeventig anderen aan, die hij twee aan twee voor zich uit zond naar iedere stad en plaats waar hij van plan was heen te gaan. Hij zei tegen hen: ‘De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig; vraag dus de eigenaar van de oogst of hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen. Ga op weg, en bedenk wel: ik zend jullie als lammeren onder de wolven. Neem geen geldbuidel, geen reistas en geen sandalen mee, en groet onderweg niemand. Als jullie een huis binnengaan, zeg dan eerst: “Vrede voor dit huis!” Als er een vredelievend mens woont, zal jullie vrede met hem zijn; zo niet, dan zal die vrede bij je terugkeren. Blijf in dat huis, en eet en drink wat men je aanbiedt, want de arbeider is zijn loon waard. Ga niet van het ene huis naar het andere. En als jullie een stad binnengaan en daar welkom zijn, eet dan wat je wordt voorgezet, genees de zieken die er zijn en zeg tegen hen: “Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt.”
«Opgenomen t.b.v. Bidden Onderweg» © Eigen opname Bidden Onderweg
Aja Leemans speelt het lied Komm, Gott Schöpfer, Heiliger Geist, gecomponeerd door Johann Sebastian Bach.
Laat dit gedicht van Karel Eyckman mijn gebed zijn bij aanvang van de podcast.
Al moesten we langs smalle enge paden, ik durfde best
want leeuwen of wolven jaagt hij de stuipen op het lijf.
Wie kwaad wil doen die lacht hij vierkant uit.
Ik voelde mij goed, kon op hem bouwen.
Ik kreeg weer moed, had weer vertrouwen.
Hij moedigt mij aan en maakt mij dapper.
Met hem erbij lukt het mij, alle dagen van mijn leven.
De lezing is genomen uit het Evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 10, vanaf vers 1.
“Neem geen geldbuidel, geen reistas en geen sandalen mee”; - de leerlingen van Jezus Christus nemen niets overbodigs mee, niets meer dan ze nodig hebben, alleen de kleding die ze dragen en een boodschap van Vrede. Vind ik dit indrukwekkend, inspirerend, uitdagend ? Misschien voel ik me er wat ongemakkelijk of schuldig bij? Of misschien vind ik het een wat overdreven, te harde levensstijl.
Beeld je in wat voor vertrouwen die zeventig volgelingen van Jezus moeten gehad hebben. Denk een ogenblik aan het geloof en het vertrouwen in hun harten. Ze steunen volledig op de vrijgevigheid van vreemdelingen en geloven dat God er voor hen in zal voorzien.
Wanneer ik deze lezing opnieuw hoor, kan ik ze dan beluisteren alsof ze tot mij was gericht? Zie ik hoe dit op mij van toepassing is?
“De oogst is groot,” zegt Jezus. Ik vraag God hoe ik kan helpen bij de oogst, welke boodschap Hij me wil laten brengen aan de mensen die ik ontmoet.