Toen Jezus hoorde dat Johannes gevangengenomen was, week hij uit naar Galilea. Hij liet Nazaret achter zich en ging wonen in Kafarnaüm, aan het Meer van Galilea, in het gebied van Zebulon en Naftali. Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jesaja: ‘Land van Zebulon en Naftali, gebied aan de weg naar zee en aan de overkant van de Jordaan, Galilea van de heidenen, luister: Het volk dat in duisternis leefde, zag een schitterend licht, en zij die woonden in de schaduw van de dood werden door het licht beschenen.’ Vanaf dat moment begon Jezus zijn verkondiging. ‘Kom tot inkeer,’ zei hij, ‘want het koninkrijk van de hemel is nabij!’
Toen hij langs het meer liep, zag hij twee broers, Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas. Ze wierpen hun net uit in het meer, het waren vissers. Hij zei tegen hen: ‘Kom, volg mij, ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ Ze lieten meteen hun netten achter en volgden hem. Even verderop zag hij twee andere broers, Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes. Ze waren met hun vader in hun boot bezig met het herstellen van de netten. Hij riep hen en meteen lieten ze de boot en hun vader Zebedeüs achter en volgden hem.
Hij trok rond in heel Galilea; hij gaf er onderricht in de synagogen, verkondigde het goede nieuws van het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk.
«Wikipedia commons» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
De band Sela zingt het lied Als alles duister is.
De voorbije week werden we uitgenodigd om allerlei aspecten van Jezus’ persoonlijkheid nader te bekijken. We zagen hoe hij met gezag lesgeeft, ons eraan herinnerend wat het echte doel van de Sabbat is, namelijk dat we tijd moeten nemen om te rusten en te recupereren. Hij werd boos op de Farizeeën omdat ze zijn boodschap en daden niet begrepen. Het leek wel of er tijdens het leven van Jezus geen tijd genoeg was om alle mensen te overtuigen van wat Hij probeerde te doen en zeggen. En op het einde van de week stonden we stil bij een belangrijke beslissing die Jezus moest nemen: Hij koos zijn twaalf apostelen. Deze mannen zouden de kerngroep worden om zijn woord en zijn belofte van verlossing te verkondigen.
In onze lezing van vandaag, genomen uit het Evangelie volgens Matteüs, hoofdstuk 4, vanaf vers 12, worden we mee terug genomen naar een veel vroeger punt in de geschiedenis van de Bijbel. Jezus begint dan mensen te vinden die zijn beste vrienden zullen worden. Merk tijdens het luisteren op dat Matteüs, de schrijver van dit Evangelie, ons vertelt dat deze dingen bedoeld waren om zo te gebeuren.
Van tijd tot tijd zijn we ons bewust van de noodzaak te reflecteren over ons leven zoals we dat tot dusver beleefd hebben: onze vreugdes en onze zorgen, spijt voor de fouten die me misschien gemaakt hebben, dankbaarheid voor wat fantastisch is geweest. De lezing van vandaag daarentegen is een uitnodiging om te bidden voor je toekomst. Misschien wil je daar wel wat tijd voor nemen?
Jezus twijfelt niet aan zijn keuze voor Petrus, Andreas, Johannes en Jacobus, en ook zij zijn uitzonderlijk vastberaden in hun beslissing om alles te laten vallen - vissen, netten, hun broodwinning, hun familie – en Hem te volgen. Kan ik mij laten inspireren door hun voorbeeld en proberen hetzelfde te doen?
Jouw keuzes over je leven zijn misschien niet zo zwart-wit; maar dit verhaal is vooral een kans om zelf mee in de scène te stappen en te vragen aan Jezus je de weg te tonen. Wanneer je de passage opnieuw beluistert, sta Jezus dan toe dat Hij in zijn eigen woorden tot je spreekt over wat Hij wil dat je doet.
Het zijn aanmoedigende woorden: de profetie van Jesaja is vervuld; het koninkrijk van God is nabij; de oproep van Jezus om hem volledig te dienen is direct en leidt tot veelvuldige genezing bij de mensen. Luister tijdens je gebed naar Jezus wanneer Hij je uitnodigt Hem te dienen in je leven. Zegt Hij dat je je leven moet veranderen? Maakt het je blij wanneer je hiervoor bidt? Al deze dingen kan je aan Jezus voorleggen.