Heel de aarde, prijs de Heer, bezing en verhoog hem in eeuwigheid.
Bergen en heuvels, prijs de Heer, bezing en verhoog hem in eeuwigheid.
Al wat op aarde groeit, prijs de Heer, bezing en verhoog hem in eeuwigheid.
Oceanen en rivieren, prijs de Heer, bezing en verhoog hem in eeuwigheid.
Waterbronnen, prijs de Heer, bezing en verhoog hem in eeuwigheid.
«Laudate Omnes Gentes» © Met permissie Permissie
De gemeenschap van Taize zingt Laudate Omnes Gentes. De openingswoorden van psalm 117. ‘Loof de HEER, alle volken, prijs hem, alle naties.’
De lezing van vandaag is uit de profeet Daniel, hoofdstuk 1 vanaf vers 52.
Vandaag horen we maar een klein deel van een lange passage die toegewijd is aan het prijzen van God voor de grote dingen die hij doet. Voor wat in jou leven wil je God in het bijzonder prijzen op dit moment?
De dichter begint met het herkennen van “de God van onze voorouders”. Waar zitten de wortels van jouw eigen geloof in God? Wie heeft dit geloof aan jou doorgegeven?
Dit gedicht prijst God niet simpelweg voor wat Hij doet. Het is vol verwondering over wie God is. Hoe zou je de God waar jij in gelooft beschrijven voor iemand die aan je zou vragen: “Wat voor iemand is jouw God?”.
Als je opnieuw luistert, laat deze zinnen van lofprijzing aan God naklinken in je eigen hoofd en hart.
Misschien dat je nu enkele zinnen van je eigen lofprijzing voor God kunt toevoegen aan het gedicht dat je hebt gehoord. Of luister hoe God reageert op jouw prijzen.