Jezus zei tegen zijn discipelen: Waarachtig, ik verzeker jullie: je zult huilen en weeklagen, terwijl de wereld blij zal zijn. Je zult bedroefd zijn, maar je verdriet zal in vreugde veranderen. Ook een vrouw die baart heeft het zwaar als haar tijd gekomen is, maar wanneer haar kind geboren is, herinnert ze zich de pijn niet meer, omdat ze blij is dat er een mens ter wereld is gekomen. Jullie hebben nu verdriet, maar ik zal jullie terugzien, en dan zul je blij zijn, en niemand zal je je vreugde afnemen. Dan hoeven jullie mij niets meer te vragen. Maar ik verzeker jullie: wat je de Vader ook vraagt in mijn naam – hij zal het je geven.
«Annunciation and acathist» © Met permissie Permissie
«John Wilbye Madrigals for Flutes» © Magnatune Magnatune license
De monniken van het klooster in Chevetogne zingen het lied Lumière joyeuse.
Vreugdevol licht van de onsterfelijke hemelse Vader,
O Zoon van God, die het leven geeft: zodat de wereld jou verheerlijkt.
De lezing komt uit het Evangelie van Johannes, hoofdstuk 16, vanaf vers 20.
Jezus maakt sterke contrasten in deze passage. De meest opvallende is die tussen gevoelens van pijn en leed en gevoelens van vreugde. Maar hij contrasteert ook gevoelens die voorbijgaan met gevoelens die blijven. Wat zijn in jouw leven de gevoelens van vreugde geweest die kort en vluchtig waren, die niet bleven?
Wat, aan de andere kant, heeft je blijvende vreugde gegeven in je leven?
Jezus spreekt over een vrouw die een baby krijgt; over hoe de pijn van de bevalling voorbijgaat, maar hoe de vreugde van het ter wereld brengen van een menselijk wezen blijft. Misschien heb je zelf een baby gekregen. Welke tijden van persoonlijke pijn of lijden kun je je herinneren waarvan je, uiteindelijk, dacht dat ze toch de moeite waard waren? Waar was God in die ervaringen?
Wanneer je de lezing opnieuw hoort, luister dan naar de belofte. Luister naar wat Jezus je belooft.
“Niemand zal je je vreugde afnemen.” Kan ik God nu danken voor de bronnen van diepe en blijvende vreugde in mijn leven?