Omdat de tribuun nauwkeurig wilde vaststellen welke beschuldiging door de Joden tegen Paulus werd ingebracht, liet hij hem de volgende dag uit de gevangenis halen en verordonneerde hij dat de hogepriesters en het hele Sanhedrin bijeen moesten komen. Hij liet Paulus naar het tempelgebouw brengen om voor hen te verschijnen. Paulus wist dat het Sanhedrin deels uit sadduceeën bestond en deels uit farizeeën, en daarom riep hij hun toe: ‘Broeders, ik ben een farizeeër uit een geslacht van farizeeën, en ik sta hier terecht omwille van de verwachting dat de doden zullen opstaan!’ Toen hij dit gezegd had, ontstond er onenigheid tussen de farizeeën en de sadduceeën en raakte de vergadering verdeeld. De sadduceeën beweren immers dat er geen opstanding is en dat engelen en geesten niet bestaan, maar de farizeeën geloven zowel het een als het ander. Er ontstond groot tumult, en enkele schriftgeleerden uit de kring van de farizeeën stonden op en betoogden heftig: ‘Wij vinden dat deze man niets heeft misdaan! Het kan toch dat een geest of een engel met hem gesproken heeft?’ Toen de onenigheid nog toenam, vreesde de tribuun dat Paulus door de leden van het Sanhedrin verscheurd zou worden. Hij liet een afdeling soldaten komen om hem te ontzetten en hem terug te brengen naar de kazerne. Die nacht kwam de Heer bij Paulus en zei: ‘Houd moed! Want zoals je in Jeruzalem getuigenis van mij hebt afgelegd, zo moet je ook in Rome van mij getuigen.’
« Requickened City» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
De gemeenschap van Taize zingt Wait for the Lord.
Ignatius van Loyola schreef eens: ‘Er zijn maar weinig mensen die beseffen wat God met hen kan doen, als ze zichzelf volledig aan Hem overgeven, en zich laten omvormen door zijn genade.’
Tijdens de eerste minuten van mijn gebed, vraag ik om de genade om mij volledig toe te vertrouwen aan Gods liefde.
De lezing is genomen uit de Handelingen van de Apostelen. Hoofdstuk 22, vanaf vers 30.
Paulus heeft het briljante idee om een openbare uitspraak te doen die onder zijn vijanden verdeeldheid zou zaaien. Jezus vertelde zijn volgelingen zich niet van te voren zorgen te maken over wat ze zouden moeten zeggen tegen tegenstanders. Geloof ik Jezus op zijn woord? Lukt het mij om niet bang te zijn voor mensen die mij belachelijk zouden kunnen maken, of mijn gebeden, of mijn religie?
Paulus verdedigde wat hij kende, wat hij gezien had, namelijk dat Jezus was gestorven, en toch levend was, en voor eeuwig. Wanneer Jezus troostende woorden tot jou spreekt, weet je Hem dan levend? Als Hij in Zijn woorden uit de Evangeliën spreekt, zijn dat dan woorden van leven voor jou?
Paulus had niet van te voren bedacht wat hij zou zeggen, maar God gaf hem dit idee om zijn vijanden te verdelen. Als je opnieuw naar dit verhaal luistert, let dan eens op zijn vertrouwen – een vertrouwen dat wij ook kunnen hebben. Als wij worden bevraagd over God, of over Jezus, of over gebed, zal de Heilige Geest ons het antwoord ingeven. We hebben zijn woord gekregen.
De verrezen Heer Jezus zei tegen Paulus: “Houd moed.” Misschien wil jij diezelfde Jezus nu vragen om jou moed te geven, de moed van je overtuigingen, en het vertrouwen dat de Heilige Geest bij je zal zijn en je de woorden zal geven die je nodig hebt.