Ze stuurden enkele farizeeën en herodianen naar Jezus toe om hem een ongeoorloofde uitspraak te ontlokken. Toen ze bij hem gekomen waren, zeiden ze tegen hem: ‘Meester, we weten dat u oprecht bent en dat u zich aan niemand iets gelegen laat liggen. U kijkt niemand naar de ogen, maar geeft in alle oprechtheid onderricht over de weg van God. Is het toegestaan belasting te betalen aan de keizer of niet? Moeten we betalen of niet?’ Maar omdat hij hun huichelarij doorzag, antwoordde hij: ‘Waarom stelt u me op de proef? Laat me eens een geldstuk zien.’ Ze gaven hem een munt en hij vroeg hun: ‘Van wie is dit een afbeelding en van wie is het opschrift?’ ‘Van de keizer,’ antwoordden ze. Toen zei Jezus tegen hen: ‘Geef wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.’ En ze waren met stomheid geslagen.
«Missa e Vesperas de Sabado Santo» © Musopen Creative commons Musopen Creative commons
Coro e Orquestra Domine Maris spelen het lied Attende caelum.
Laat deze woorden uit het boek Deuteronomium tot mij komen nu ik de gebedstijd inga.
Want de naam van de HEER roep ik uit: de HEER is onze God, laat iedereen hem prijzen! Hij is een rots, hij staat voor recht; alles wat hij doet is volmaakt.
De lezing is genomen uit het Evangelie volgens Marcus, hoofdstuk 12, vanaf vers 13.
Jezus wordt duidelijk niet gemakkelijk in de maling genomen door die sluwe Farizeeën en Herodianen! Hij weet hoe mensen een belediging kunnen vermommen in valse vleierij. "Meester, we weten dat U oprecht bent”.. Heb ik dit ooit gedaan? – op zo’n neerbuigende manier tot mensen gesproken? En als dit zo is, kan ik dan bedenken waarom?
Soms kan iemand meer kennis lijken te hebben dan ik, of een bijzondere gave of een bepaalde ervaring die ik niet heb. Wanneer dit gebeurt, ben ik dan in staat gewoon blij te zijn om de gaven van anderen? Of betrap ik me erop dat ik probeer er gaten in te prikken? Wat verleidt mij ertoe dit te doen?
Misschien werd ik zelf gevangen door de vleierij van anderen – ertoe gebracht dingen te zeggen die ik niet echt wou zeggen, of dingen te doen die ik niet echt wou doen. Ben ik wijs tegenover dit soort tactieken, duidelijk in mijn overtuigingen en in wat me dierbaar is? Of ga ik alle kanten op, meegesleurd door elk briesje dat komt aanwaaien – een gemakkelijke prooi voor wie misbruik van mij wil maken?
Luister opnieuw naar het fragment en bemerk hoe Jezus omgaat met deze vleierij en misleiding en deze pogingen om Hem een hak te zetten – heb aandacht voor zijn houding tegenover dit alles.
Waarom nu niet even praten met Jezus over hoe Hij zijn critici aanpakt. Vertel Hem wat je goed vindt of bewondert in zijn aanpak. Vraag Hem je te helpen meer op Hem te gelijken in dat bepaalde opzicht.