Jezus zei tegen de menigte: ‘Waarmee zal ik dan de mensen van deze generatie vergelijken, waarop lijken ze? Ze lijken op kinderen die op het marktplein zitten en elkaar toeroepen: “Toen we voor jullie op de fluit speelden, wilden jullie niet dansen, toen we een klaaglied zongen, wilden jullie niet treuren.” Want Johannes de Doper is gekomen, hij eet geen brood en drinkt geen wijn, en jullie zeggen: “Hij is door een demon bezeten.” De Mensenzoon is gekomen, hij eet en drinkt wel, en jullie zeggen: “Kijk, wat een veelvraat, wat een dronkaard, die vriend van tollenaars en zondaars.” En toch is de Wijsheid door al haar kinderen in het gelijk gesteld.’
«Gekleurde veters» © Eigen opname Bidden Onderweg
Arjette Kuipers zingt het lied Neefje.
Vandaag lezen we uit het Evangelie volgens Lucas. Hoofdstuk 7, vanaf vers 31.
Jezus beschrijft een volk dat niet reageert, dat tegendraads is, en geen zin heeft. Als een humeurige tiener, die zit te kniezen, zich verveelt en doelloos is en alle uitnodigingen en suggesties afwijst. Dat is een situatie waarin we allemaal wel eens verkeren. Met welke uitnodiging om te vieren en te danken richt de Heer zich nu tot mij, terwijl ik er niet voor in de stemming ben?
En op welke manieren, die ik meestal niet opmerk, nodigt de Heer mij misschien uit tot spijt en berouw?
Als je opnieuw naar de lezing luistert, kun je dan de teleurstelling in Jezus' stem horen? De teleurstelling van iemand wiens zachte uitnodigingen worden afgewezen en genegeerd?
Kan ik de Heer nu vragen om enige neerslachtigheid in mij te veranderen? Om mij te helpen zijn zachte uitnodigingen in mijn leven te horen en er met enthousiasme en vreugde op te reageren?