Jezus zei: ‘Een man van voorname afkomst ging op reis naar een ver land om het koningschap in ontvangst te nemen en dan terug te keren. Hij riep tien van zijn dienaren bij zich, gaf elk van hen honderd drachme en zei tegen hen: “Ga daarmee handeldrijven terwijl ik weg ben.” Maar zijn landgenoten haatten hem en stuurden afgevaardigden achter hem aan met de boodschap: “We willen niet dat die man koning over ons wordt!”
Bij zijn terugkeer, toen hij het koningschap had ontvangen, liet hij de dienaren aan wie hij het geld had gegeven bij zich roepen om te vernemen wat ze met handeldrijven hadden verdiend. De eerste kwam en zei: “Heer, uw geld heeft het tienvoudige opgeleverd.” Zijn meester zei: “Voortreffelijk, je bent een goede dienaar. Omdat je betrouwbaar bent geweest in iets zeer gerings verleen ik je het bestuur over tien steden.” De tweede kwam zeggen: “Uw geld, heer, heeft het vijfvoudige opgebracht.” Tegen hem zei hij: “Jij krijgt het bestuur over vijf steden.” Toen kwam de derde dienaar, die zei: “Heer, hier is uw geld, ik heb het in een doek voor u bewaard. Ik was bang voor u, omdat u een streng man bent die terugvordert wat hij niet heeft gestort en oogst wat hij niet heeft gezaaid.” Zijn meester zei tegen hem: “Je bent een slechte dienaar, met je eigen woorden zal ik je veroordelen! Je wist dat ik een streng man ben en terugvorder wat ik niet heb gestort en oogst wat ik niet heb gezaaid? Waarom heb je mijn geld dan niet bij de bank in bewaring gegeven? Dan had ik het bij mijn terugkeer met rente kunnen opvorderen.” En tegen degenen die erbij stonden zei hij: “Neem hem de honderd drachme af en geef ze aan de knecht die het tienvoudige verworven heeft.” Ze zeiden tegen hem: “Heer, hij heeft al het tienvoudige!” Ik zeg jullie: wie heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft worden ontnomen.
«Opgenomen t.b.v. Bidden Onderweg» © Eigen opname Bidden Onderweg
«Sancta Carmisia» © Magnatune Magnatune license
De Utrechtse studentencantorij zingt A song for st. Cecilia's day, gecomponeerd door Rhona Clarke.
Uit harmonie ontstond het raamwerk:
de natuur, verborgen onder een hoop
schokkende atomen
kende haar doop
toen de longen volstroomden
van engelengezang
verkondigend Gods woorden
De lezing van deze dag komt uit het Evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 19, vanaf vers 12.
Deze week hoorden we verhalen over het antwoord dat Jezus gaf aan de blinde bedelaar en aan de roep om redding van Zacheüs. Vandaag is de toon anders en meer uitdagend. Jezus bereidt zijn toehoorders voor op Jeruzalem waar de wittebroodsweken naar hun einde gaan en de mensen zich tegen Hem keren. Hoe ga ik om met situaties waarin men zich tegen Jezus keert, waar Hij verworpen wordt, waar geloof in Hem niet populair en niet modieus is?
Zoals in andere parabels herinnert Jezus ons eraan al wat we hebben ten dienste te stellen van het Koninkrijk. Welke rijkdom – welke vaardigheden, talenten en ander middelen – heb ik die ik kan gebruiken om het Koninkrijk op te bouwen? Of heb ik het gevoel dat het allemaal te veel wordt en verberg ik wat ik heb?
Bij het opnieuw beluisteren van die woorden, herinner je dan dat dit een uitdaging is. Maar een uitdaging van Jezus – wat we deze week hoorden – geworteld in de liefde en een heilzame uitnodiging.
Om Oscar Romero te parafraseren, waar het op aankomt is niet meer te hebben maar meer te zijn.
Kan ik nu met God spreken over hoe ik meer kan zijn voor mijn medemensen vandaag?