Wie goddeloos leeft, maar zich afkeert van de zonden die hij heeft begaan, zich houdt aan al mijn geboden, mij trouw is en het goede doet, zal zeker in leven blijven en niet sterven. De misdaden die hij heeft begaan zullen hem niet worden aangerekend; door zijn rechtvaardige daden zal hij in leven blijven. Denken jullie dat ik het toejuich als een slecht mens sterven moet? – spreekt God, de HEER. Nee, ik wil dat hij tot inkeer komt en in leven blijft.
En wie goed heeft geleefd, maar niet langer rechtvaardig is, onrecht doet en alle wandaden begaat van een slecht mens – moet die in leven blijven? Al zijn goede daden zullen niet langer tellen; omdat hij mij ontrouw is geworden en zonden heeft begaan, zal hij sterven.
Nu zeggen jullie: “De wegen van de Heer zijn onrechtvaardig!” Maar luister, Israëlieten! Ben ik het die onrechtvaardig is? Gaan júllie niet eerder onrechtvaardige wegen? Iemand die rechtvaardig was maar dat niet langer is en onrecht begaat, sterft omdat hij onrecht heeft begaan. Iemand die goddeloos leefde maar dat niet langer doet, mij trouw is en het goede doet, zal in leven blijven. Als hij tot inzicht en inkeer is gekomen en niet langer misdaden begaat, zal hij zeker blijven leven en niet hoeven sterven.
«Photonen vocaal ensemble (Opgenomen t.b.v. Bidden Onderweg)» © Eigen opname Bidden Onderweg
«Gardner museum music collection» © Gardner museum Creative commons Gardner museum Creative commons
Photonen vocaal ensemble zingt het lied Help us, o Lord, gecomponeerd door Aaron Copland.
‘Want bij u is de bron van het leven, door úw licht zien wij licht.’
De lezing van vandaag is genomen uit de profeet Ezechiël, hoofdstuk 18, vanaf vers 21.
Deze tekst was in zijn tijd heel revolutionair: eeuwenlang heerste de overtuiging dat je familie en afstammelingen gestraft zouden worden voor jouw zonden. Hier onderricht de profeet echter dat het allemaal aan mij is. Ik moet leven in overeenstemming met wat goed en waar is. Is dit iets dat ik zou kunnen zeggen over de manier waarop ik mijn leven leid?
Hij leert ook dat ik de kans heb om het goed te maken met God, en met anderen. Opnieuw, is dit de manier waarop ik mijn relatie met anderen beleef…? Of geef ik snel op…?
God is altijd barmhartig; is het moeilijk voor mij om ook barmhartig te zijn? Wat zou hier de reden van kunnen zijn?
Luister naar de lezing en merk op wat de profeet zegt over wat er gebeurt met kwaadaardige mensen wanneer ze hun levenswijze veranderen.
Ik kan met God praten over mijn eigen leven en de dingen die ik zou willen veranderen. Hem misschien vragen om geduld en aanvaarding van mensen die positieve veranderingen maken in hun leven. Spreek hierover met God, en over alles wat in de loop van deze gebedstijd opkwam.