Geprezen bent u, Heer, God van onze voorouders,
geloofd en verhoogd in eeuwigheid.
Geprezen is uw heilige en luisterrijke naam,
geprezen, geloofd en verhoogd in eeuwigheid.
Geprezen bent u in uw heilige en luisterrijke tempel,
geprezen, bezongen en verheerlijkt in eeuwigheid.
Geprezen bent u, die afgronden peilt en op de cherubs troont,
geloofd en verhoogd in eeuwigheid.
Geprezen bent u op de troon van uw koninkrijk,
geprezen, bezongen en verhoogd in eeuwigheid.
Geprezen bent u in het hemelgewelf, bezongen en verheerlijkt in eeuwigheid.
«It's time for adventure!» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
Je luistert naar het Taize-lied Laus tibi Christe. ‘U zij lof, o Christus’
Elk ogenblik van de dag of de nacht kan ik Jezus roepen.
Hij kijkt altijd naar me uit, Hij luistert naar mijn roep.
De lezing van vandaag is uit de profeet Daniël. Toevoeging 1, vanaf vers 29.
Vandaag horen we slechts een klein deel van een lange passage die helemaal gewijd is aan het hoog prijzen van God om wat Hij is en wat Hij doet. Voor wat in je eigen leven zou je God in het bijzonder willen prijzen op dit moment?
De dichter begint hier met het erkennen van ‘de God van onze voorouders’. Waar zijn de wortels van jouw geloof in God? Wie heeft dit geloof aan jou doorgegeven?
In dit gedicht wordt God niet alleen geprezen om wat Hij doet; het is vol verwondering voor wie God is. Hoe zou je de God waarin jij gelooft beschrijven voor iemand die tegen je zei: ‘Die God van jou, hoe is die?’
Terwijl je opnieuw luistert, laat deze lofprijzingen van God weerklinken in je eigen geest en hart.
Misschien wil je nu een paar regels van je eigen lof aan God toevoegen aan het gedicht dat je hebt gehoord. Of luister rustig hoe God op je lof reageert.