Nadat hij dit gezegd had werd Jezus diepbedroefd, en hij verklaarde: ‘Waarachtig, ik verzeker jullie: een van jullie zal mij verraden.’ De leerlingen keken elkaar aan en vroegen zich af wie hij bedoelde. Een van hen, de leerling van wie Jezus veel hield, lag naast hem aan tafel aan, en Simon Petrus beduidde hem dat hij moest vragen wie Jezus bedoelde. Hij boog zich dicht naar Jezus toe en vroeg: ‘Wie, Heer?’ ‘Degene aan wie ik het stuk brood geef dat ik nu in de schaal doop,’ zei Jezus. Hij doopte een stuk brood in de schaal en gaf het aan Judas, de zoon van Simon Iskariot. Op dat moment nam de duivel bezit van Judas. Jezus zei: ‘Doe maar meteen wat je van plan bent.’ Niemand aan tafel begreep waarom hij dit zei; omdat Judas de kas beheerde, dachten sommigen dat Jezus bedoelde dat hij inkopen voor het feest moest doen, of dat hij iets aan de armen moest geven. Judas nam het brood aan en ging meteen weg. Het was nacht.
Toen hij weg was zei Jezus: ‘Nu is de grootheid van de Mensenzoon zichtbaar geworden, en door hem de grootheid van God. Als Gods grootheid door hem zichtbaar geworden is, zal God hem ook in die grootheid laten delen, nu onmiddellijk. Kinderen, ik blijf nog maar een korte tijd bij jullie. Jullie zullen me zoeken, maar wat ik tegen de Joden gezegd heb, zeg ik nu ook tegen jullie: “Waar ik heen ga, daar kunnen jullie niet komen.”
«Prayers on the cello» © Met permissie Permissie
«Peaceful journey» © Met permissie Permissie
Vincello speelt het lied Prayer VII, liberta.
Hoe onrustig het ook is in mij, van hoeveel tekortkomingen en mislukkingen ik me ook bewust ben, lukt het mij me in tegenwoordigheid te stellen van de Ene, die alles kent, alles begrijpt en alles vergeeft – de Ene die wetend wie ik ben, die zichzelf voor mijn welzijn gegeven heeft - en durf ik me volledig toevertrouwen aan zijn genade?
De lezing van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Johannes, hoofdstuk 13, vanaf vers 21.
Stel je in je verbeelding de plek voor, de gezichten, de intense vrede en vreugde van dit moment: Jezus samen met zijn leerlingen. Zij houden van Hem, en wat zijn hun verwachtingen groot. Luister naar wat Hij zegt. Hoe is het mogelijk dat Hij de sfeer bederft door te spreken over verraad?
Kijk naar de persoon en de figuur van Judas. Het duistere geheim van verraad, dat hij op een of andere manier een plaats geeft. Aan wie bewijst hij eigenlijk zijn diensten?
En Petrus. Wat een verschil met Judas. Hij is zo edelmoedig en zo vol vertrouwen. En toch zal ook hij Hem verraden. Nog steeds heeft hij geen idee van zijn zwakheid en zijn angst, laat staan dat hij dat toelaat. Als je nog eens luistert, hoor je hoe Jezus’ besef geen afwijzing inhoudt, maar liefde en begrip?
Als je je gebed afsluit, spreek dan tot Jezus vanuit je eigen hart. Wat wil je Hem zeggen?