Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria uit Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen van de opening van het graf was weggehaald. Ze liep snel terug naar Simon Petrus en de andere leerling, van wie Jezus veel hield, en zei: ‘Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze hem nu neergelegd hebben.’ Petrus en de andere leerling gingen op weg naar het graf. Ze liepen beiden snel, maar de andere leerling rende vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. Hij boog zich voorover en zag de linnen doeken liggen, maar hij ging niet naar binnen. Even later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag de linnen doeken, en hij zag dat de doek die Jezus’ gezicht bedekt had niet bij de andere doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek. Toen ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het en geloofde. Want ze hadden uit de Schrift nog niet begrepen dat hij uit de dood moest opstaan.
«Mensen veel geluk» © Buma/Stemra Buma/Stemra
«The Chopin variatons» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
Trijntje Oosterhuis zingt het lied Dan zal ik leven.
Misschien is het niet overdreven om te zeggen dat Jezus een opgejaagd mens was. De gebeurtenissen van deze laatste week wijzen zeker in die richting. Toen de spanning steeg, zocht Jezus zijn toevlucht in Bethanië, waar Hij enige tijd bij vrienden doorbracht. Maar zijn woorden ‘Jullie hebben Mij niet altijd bij jullie’ zouden spoedig waar worden.
Zijn daden lieten ook zien dat er iets belangrijks in zijn leven op handen was. Bij het Laatste Avondmaal gaf Hij zijn leerlingen een ‘nieuw gebod’ – het gebod van de liefde. Daarna sprak Hij over het feit dat Hij de Vader zou verheerlijken door zijn dood. En Hij gaf zijn leerlingen een voorbeeld door hen de voeten te wassen. Toen Hij aan het kruis hing, was Hij nog bezorgd om hen die daarbij stonden. Dit alles deed Hij uit liefde; ‘Hij hield altijd van degenen die de zijnen waren in deze wereld.’
Het verhaal van vandaag gaat over het lege graf! Het is genomen uit het Evangelie volgens Johannes, hoofdstuk 20, vanaf vers 1.
Op de eerste dag van de week, heel vroeg in de morgen gingen de vrouwen (dat zijn degenen die van Jezus hielden en van wie Jezus hield) naar het graf. Maar Jezus is er niet! Wat doet dit nieuws met jou?
Stel je voor dat je een van de leerlingen bent; je was bij al die gebeurtenissen van de afgelopen week; wat betekent de boodschap van de vrouwen voor jou? Ga je haastig, net zoals Petrus en Johannes, naar het graf? Ons wordt verteld dat Johannes het graf in ging en ’hij zag het en geloofde’. Wat zag hij feitelijk? Wat geloofde hij?
Spreek nu met Jezus en vraag Hem om de genade, dat je mag zien en geloven, niet alleen dat Hij is verrezen maar ook dat de verrijzenis, die deze morgen door de vrouwen wordt aangekondigd, de vervulling is van alles wat Jezus heeft verkondigd. Vraag ook om de genade om een apostel te worden van de verrijzenis, zoals de vrouwen dat waren.