Maria stond nog bij het graf en huilde. Huilend boog ze zich naar het graf, en daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten, een bij het hoofdeind en een bij het voeteneind van de plek waar het lichaam van Jezus had gelegen. ‘Waarom huil je?’ vroegen ze haar. Ze zei: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd.’ Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. ‘Waarom huil je?’ vroeg Jezus. ‘Wie zoek je?’ Maria dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen.’ Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Ze draaide zich om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dat betekent ‘meester’.) ‘Houd me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’ Maria uit Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen hen: ‘Ik heb de Heer gezien!’ En ze vertelde alles wat hij tegen haar gezegd had.
«Lumen» © Buma/Stemra Buma/Stemra
«La superbe» © Magnatune Magnatune license
Kika Sprangers, Martin Fondse en Jörg Brinkmann spelen het lied Lamento.
Uw zwijgen
kan nooit leegte zijn,
ik zou versmachten.
Het zal herfst
en winter zijn,
sterven aan mijzelf
en vruchtbaar wachten,
deemoedig wachten.
De lezing van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Johannes, hoofdstuk 20, vanaf vers 11.
Wat een ervaring maakt Maria Magdalena hier mee! Kan jij je inbeelden wat dit moet geweest zijn? Eerst zit ze wenend buiten het graf. Ze had Jezus zien sterven. Ze had gezien hoe Hij in het graf gelegd werd. En dan, alsof dit allemaal nog niet genoeg was, lijkt het wel of ze zijn lichaam van haar hebben weggepakt. Nu maar hopen dat iemand tenminste zo vriendelijk zal zijn haar te zeggen waar ze het dode lichaam kan vinden.
Dan is er een moment van verwarring. Ze herkent Jezus niet eens, terwijl Hij toch voor haar staat en tot haar spreekt. Het is alsof het getuigenis van haar zintuigen mijlenver achter blijft op haar verwachting en hoop. Het dringt gewoon niet tot haar door.
Uiteindelijk herkent ze Jezus, als Hij haar bij haar naam noemt. Hoe moet dat moment geweest zijn?
De passage zal nu opnieuw voorgelezen worden. Let goed op de dramatische verandering in haar gemoed: in deze weinige lijnen, in die beperkte ogenblikken, gaat het van rouw, naar verwarring, tot vreugde.
Je hebt je ingeleefd in de gevoelens van Maria Magdalena in deze scène. Welke gevoelens kwamen er bij jou op? Is er iets dat je Jezus nu wil zeggen? Iets dat je voelt en Hem wil meedelen? Wees je ervan bewust dat de verrezen Jezus nu bij jou is - spreek gerust vrijuit tot Hem.