De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood. Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie.’ Verbijsterd en door angst overmand, meenden ze een geestverschijning te zien. Maar hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel? Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf! Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik heb.’ Daarna toonde hij hun zijn handen en zijn voeten. Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven en stomverbaasd waren, vroeg hij hun: ‘Hebben jullie hier iets te eten?’ Ze gaven hem een stuk geroosterde vis. Hij nam het aan en at het voor hun ogen op. Hij zei tegen hen: ‘Toen ik nog bij jullie was, heb ik tegen jullie gezegd dat alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over mij geschreven staat in vervulling moest gaan.’ Daarop maakte hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften. Hij zei tegen hen: ‘Er staat geschreven dat de messias zal lijden en sterven, maar dat hij op de derde dag zal opstaan uit de dood, en dat in zijn naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer te komen, opdat hun zonden worden vergeven. Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in Jeruzalem.
«Prayers on the cello» © Met permissie Permissie
«The twisting of the rope» © Magnatune Magnatune license
Vincello speelt het lied Every day, every night.
De lezing van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 24, vanaf vers 35.
Jezus nodigt de apostelen hier uit hun zintuigen te gebruiken - naar zijn woorden te luisteren, naar Hem te kijken, Hem aan te raken. Beeld jezelf dus in als een van de apostelen in deze scène. Kijk naar Jezus, naar zijn handen en zijn voeten. Kijk misschien ook als Hij daar voor jou de vis zit te eten. Wat zie je?
Beeld je in dat je je handen naar Hem uitstrekt en Hem aanraakt, nu Hij je daartoe uitnodigt. Hoe voelt dat?
Luister goed, terwijl de passage opnieuw gelezen wordt. Luister vooral naar de woorden die Hij spreekt … tot jou.
‘Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen.’ Blijf daar eventjes in die scène. Hoe voelt het om deze woorden aan jou gericht te horen? Hoe voelt het om als ‘getuige’ aangesproken te worden? Heb jij nog iets te zeggen aan Jezus? Hem iets te vragen? Is er iets waarop jij wil antwoorden?