Nu legden er andere boten uit Tiberias aan, dicht bij de plek waar ze het brood gegeten hadden nadat de Heer het dankgebed had uitgesproken. Toen de mensen zagen dat Jezus en zijn leerlingen er niet waren, stapten ze in die boten en voeren ze naar Kafarnaüm om hem te zoeken. Ze vonden hem aan de overkant van het meer en vroegen: ‘Rabbi, wanneer bent u hier gekomen?’ Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: u zoekt me niet omdat u tekenen hebt gezien, maar omdat u brood gegeten hebt en verzadigd bent. U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat en eeuwig leven geeft; de Mensenzoon zal het u geven, want de Vader, God zelf, heeft hem die volmacht gegeven.’ Ze vroegen: ‘Wat moeten we doen? Hoe doen we wat God wil?’ ‘Dit moet u voor God doen: geloven in hem die hij gezonden heeft,’ antwoordde Jezus.
«Mensen veel geluk» © Buma/Stemra Buma/Stemra
«Petite suite Gauloise op90» © Musopen Creative commons Musopen Creative commons
Trijntje Oosterhuis zingt het lied Tafel der arme.
De lezing van vandaag komt uit het evangelie volgens Johannes. Hoofdstuk 6, vanaf vers 23.
In deze scène, die volgt op de spijziging van de vijfduizend, krijg je een sterk gevoel van dat deze mensen op zoek zijn naar Jezus; ze stappen zelfs in boten om achter hem aan te gaan. Dan rijst de vraag waarom ze naar hem op zoek zijn. Als jij een van de mensen in die boten was, wat zou jouw reden dan zijn? Waarom zou jij op zoek zijn naar Jezus?
Jezus vraagt de mensen onderscheid te maken tussen het voedsel dat vergaat en het voedsel dat blijft bestaan voor het eeuwige leven. Wat zijn in jouw leven de soorten voedsel die vergaan? En wat is blijvend? – Wat blijft bestaan voor het eeuwige leven?
Terwijl je weer naar het verhaal luistert, stel je dan voor dat je in de menigte staat en kijk eens hoe dat voelt – je bent op zoek naar Jezus, je stapt in een van de boten, uiteindelijk vind je hem en vervolgens hoor je hoe hij deze woorden tot je spreekt.
‘Dit moet u voor God doen - geloven in hem die Hij gezonden heeft.’ Wat wil je nu tegen Jezus zeggen - aan hem die God gezonden heeft?