Johannes 10:22-30
In Jeruzalem werd het feest van de Tempelwijding gevierd; het was winter. Jezus liep in de tempel, in de zuilengang van Salomo. Daar kwamen de Joden om hem heen staan, en ze vroegen hem: ‘Hoe lang houdt u ons nog in het onzekere? Als u de messias bent, zeg het ons dan ronduit.’ Jezus antwoordde: ‘Dat heb ik u al gezegd, maar u gelooft het niet. Wat ik namens mijn Vader doe getuigt over mij, maar u wilt me niet geloven, omdat u niet bij mijn schapen hoort. Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij. Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn Vader mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven, en de Vader en ik zijn één.’
Een eindje voorop
Je luistert naar het lied I heard the voice of Jesus say, in een compositie van Philip Stopford.
Ik hoorde de stem van Jezus.
Kom naar mij, jij vermoeide, zei hij,
Bij Hem vond ik een rustplaats
en het maakte me blij.
De lezing van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Johannes, hoofdstuk 10, vanaf vers 22.
‘Mijn schapen horen mijn stem, ik ken hen en zij volgen mij.’ Neem even de tijd om je voor te stellen welke stemmen en gebeurtenissen er allemaal om jouw aandacht zouden kunnen schreeuwen vandaag. Laat de dag zich voor jou ontvouwen en haal er die gebeurtenissen uit die zich waarschijnlijk zullen voordoen.
Haal er nu de stem of gebeurtenis uit die het meest in het oog springt. Het mag het meest uitdagende, het meest spannende of het meest mondaine zijn. Wat er maar het meeste uit springt voor jou.
En stel je nu voor dat Christus daar aanwezig is, een eindje voorop, en op jou wacht. Stel je voor hoe de scène zich ontvouwt in de aanwezigheid van Christus.
Beluister nu deze verzen van de lezing opnieuw. Als je Christus daar ziet staan, voor je uit, wachtend op jou, hoe ziet Hij er dan uit? Fronst Hij zijn wenkbrauwen? Glimlacht Hij? Wat doet Hij? Wat wil Hij aan jou vertellen?
En wat wil jij Hem zeggen? Wat het ook is, zeg het nu maar.
