Van Paulus, apostel van Christus Jezus door de wil van God, gezonden om de belofte te verkondigen van het leven in eenheid met Christus Jezus. Aan Timoteüs, mijn geliefd kind. Genade, barmhartigheid en vrede van God, de Vader, en van Christus Jezus, onze Heer! Telkens als ik je in mijn gebeden noem, elke dag en elke nacht, dank ik God, die ik net als mijn voorouders met een zuiver geweten dien. Daarom spoor ik je aan het vuur brandend te houden van de gave die God je schonk toen ik je de handen oplegde. God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid. Schaam je er dus niet voor om van onze Heer te getuigen; schaam je ook niet voor mij, die omwille van hem gevangenzit, maar deel in het lijden voor het evangelie, met de kracht die God je geeft. Hij heeft ons gered en ons geroepen tot een heilige taak, niet op grond van onze daden, maar omdat hij daartoe uit genade besloten had.
«Annunciation and acathist» © Met permissie Permissie
«Orpheus» © Magnatune Magnatune license
De monniken van het klooster in Chevetogne zingen het lied Lumière joyeuse. ‘Vreugdevol licht van de onsterfelijke hemelse Vader, O Zoon van God, die het leven geeft: zodat de wereld jou verheerlijkt.’
De lezing van vandaag is uit de tweede brief van Paulus aan Timoteüs, hoofdstuk 1, vanaf vers 1.
“(Houd) het vuur brandend van de gave die God je schonk.” Van welke gave ben je je bewust dat God deze aan je gegeven heeft en waarvan het vuur brandend gehouden moet worden, moet worden aangestoken, gevoed…? Kun je God hierbij om hulp vragen?
De geest van lafhartigheid… en de geest van kracht, liefde en bezonnenheid – herken je die verschillende geesten? Zie je ze in jezelf?
Terwijl je opnieuw naar de lezing luistert, merk dan op welke woorden of zinnen je treffen en hoe je er in je gedachten en in je hart op reageert.
Praat met God over wat je in deze lezing heeft getroffen en hoe dit je leven en je relaties beïnvloedt.