Toen Israël nog een kind was, had Ik het lief; uit Egypte heb Ik mijn zoon weggeroepen. Hoe harder ze geroepen werden, hoe meer ze hun eigen weg gingen. Ze brachten offers aan de Baäls en brandden wierook voor godenbeelden – terwijl ik het toch was die Efraïm leerde lopen en hem op mijn arm nam. Maar zij beseften niet dat ík hen verzorgde. Zacht leidde ik hen bij de teugels, aan koorden van liefde trok ik hen mee; ik verloste hen van het juk om hen te laten eten, ik hield hun het voer zelfs nog voor. Ach Efraïm, hoe zou ik je ooit kunnen prijsgeven? Hoe zou ik je kunnen uitleveren, Israël? Zou ik je prijsgeven als Adma, je laten ondergaan als Seboïm? Mijn hart wordt verscheurd, door barmhartigheid word ik bewogen. Ik zal mijn toorn laten varen en Efraïm niet opnieuw te gronde richten..Want God ben ik, en geen mens, ik ben in jullie midden, ik ben heilig, ik zal niet meer in woede ontsteken.
«Bruckner: Mass in e minor & motets» © Buma/Stemra Buma/Stemra
«Zen and the piano» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
«Zen and the piano» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
La chapelle royale & ensemble musique oblique spelen het Sanctus uit de Mis in e klein van Anton Bruckner.
‘Heilig, heilig, heilig is de HEER van de hemelse machten. Heel de aarde is vervuld van zijn majesteit.’
Lieve Jezus,
vandaag spreek ik U aan
op een ongewone manier.
Meestal vraag ik je een gunst.
Vandaag verlang ik alleen maar
bij U aanwezig te zijn.
Laat mijn hart antwoorden op uw Liefde.
De lezing van vandaag is genomen uit de profeet Hosea, hoofdstuk 11, vanaf vers 1.
Stel je voor dat je kijkt naar een moeder of een vader met een heel jong kind. Misschien kun je nu een ouder en een kind voor je zien. Als dat niet het geval is, probeer dan een moment om het voor te stellen.
Zo schetst Hosea het beeld van de relatie tussen God en zijn volk, hier ’Israël’ of ’Efraïm’ genoemd. God merkt de ontrouw van zijn volk op, klaagt er zelfs over, maar die klacht wordt in evenwicht gehouden door zijn herinneringen aan hoe Hij Efraïm als kind liefhad. Sommige mensen dragen een foto bij zich om hen te herinneren aan iemand die ze liefhebben, iemand die van hen houdt. Misschien doe jij dat ook wel. Aan welke persoon die van jou houdt of van wie jij houdt, moet je nu denken?
Op dit feest van het Heilig Hart waarop we geroepen worden om Gods liefde in de wereld te herkennen, denk ik aan mijn ervaringen, mijn herinneringen in verband met Gods liefde voor mij.
Luister nogmaals naar de lezing en merk op hoe God ons in deze lezing opheft tot zijn niveau én hoe Hij afdaalt naar ons niveau.
Kan ik God nu vragen om mij te helpen begrijpen, met mijn verstand en met mijn hart, hoeveel Hij van mij houdt?