Jezus zei: ‘Het is met het koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde: hij slaapt en staat weer op, dag in dag uit, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet, ook al weet hij niet hoe. De aarde brengt uit zichzelf vrucht voort, eerst de halm, dan de aar, en dan het rijpe graan in de aar. Maar zo gauw het graan het toelaat, slaat hij er de sikkel in, omdat het tijd is voor de oogst.’ En hij zei: ‘Waarmee kunnen we het koninkrijk van God vergelijken en door welke gelijkenis kunnen we het voorstellen? Het is als een zaadje van de mosterdplant, het kleinste van alle zaden op aarde wanneer het gezaaid wordt. Maar als het na het zaaien opschiet, wordt het het grootste van alle planten en krijgt het grote takken, zodat de vogels van de hemel in zijn schaduw kunnen nestelen.’ Met zulke en andere gelijkenissen verkondigde hij hun Gods boodschap, voor zover ze die konden begrijpen; hij sprak alleen in gelijkenissen tegen hen, maar wanneer hij alleen was met zijn leerlingen, verklaarde hij hun alles.
«Symmetry» © Magnatune Magnatune license
Ensemble Choruss zingt Vo tsarstvii Tvoem, In uw koninkrijk.
Als elke mens recht heeft op zijn eigen klein verdriet
en zijn eigen kleine vreugde,
als elke mens zijn eigen armoede
en zijn eigen rijkdom met anderen mag delen,
als elke mens, naar anderen luisterend,
ook zijn eigen woord mag spreken,
als elke mens een eigen vrucht mag geven
en niet de vrucht die anderen verlangen,
als elke mens mag rouwen om zijn eigen zonde
en blij zijn met zijn eigen vergiffenis,
God, is dát niet uw koninkrijk?
De lezing is genomen uit het Evangelie volgens Marcus, hoofdstuk 4, vanaf vers 26.
In deze passage vertelt Jezus twee verhalen over iets wat ‘het koninkrijk Gods’ wordt genoemd. Wat denk jij dat dit ‘koninkrijk van God’ is?
Beide verhalen beschrijven een verbazingwekkend groeiproces; zij behoren tot een wereld die wellicht meer vertrouwd was voor Jezus en zijn toehoorders dan voor ons. Waarover gaan deze twee gelijkenissen volgens jou?
Heb je een idee waarom Jezus het volk onderrichtte door middel van parabels, maar zijn leerlingen achteraf alles uitlegde ‘wanneer Hij alleen was’ met hen?
Luister nu opnieuw naar deze passage. Vraag jezelf af: daagt Jezus mij in deze tekst uit om iets te gaan doen? Wat wil Hij dat ik doe? Ben ik daartoe bereid?
Besluit met alles samen te vatten wat je tijdens de voorbije minuten hebt gevoeld en gedacht en het aan te bieden als een gebed tot God de Vader, of tot Jezus, of tot de Heilige Geest.