Een van de twaalf, Tomas (dat betekent ‘tweeling’), was er niet bij toen Jezus kwam. Toen de andere leerlingen hem vertelden: ‘Wij hebben de Heer gezien!’ zei hij: ‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.’ Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Ik wens jullie vrede!’ zei hij, en daarna richtte hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’ Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’
«My peace I give you» © Buma/Stemra Buma/Stemra
Je luistert naar het lied My love for you, van James Morgan.
God is me nabij, meer nog:
Hij wil in mij wonen. Hij houdt me in leven.
Ik neem de tijd om mij te openen voor zijn scheppende aanwezigheid
in mijn lichaam, mijn geest, mijn hart,
in heel mijn leven.
De lezing van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Johannes, hoofdstuk 20, vanaf vers 24.
Diep in het binnenste van Tomas is er iets belangrijks aan het gebeuren. Daar schuilt een diepe twijfel over al dat gepraat over verrijzen. Misschien is het wel te mooi om waar te zijn! Of massa hysterie… Iets in hem verzet zich tegen een geloof dat te gemakkelijk is of bijna een sprookje. Als Jezus werkelijk verrezen is, zal Hij toch nog de wonden van zijn kruisiging dragen. Zo iets kun je toch niet vergeten of doen alsof het niet bestaat? Heb ik ook van die gevoelens? Zijn er donkere hoeken in mij, waar ik de ontmoeting met Jezus, verrezen uit de doden, nog moet aangaan?
Ik kijk naar de wereld waarin ik leef, naar al die plaatsen waar armoede wordt geleden en honger, lijden en verlies. Kan Jezus daar werkelijk verrezen zijn?
Ik kijk ook naar de plaatsen van gebrokenheid in mijn eigen leven. Van welke wonden zou God weet moeten hebben om ze te helen?
Als je weer naar dit evangelieverhaal luistert, probeer je dan het gezicht van Tomas voor te stellen, als hij zijn handen legt in de wonden van Jezus. Dit is geen ‘eind goed, al goed’ en een happy end - maar werkelijk leven dat volgt op een werkelijke dood. Een hoop die zo reëel is dat je je leven erop kunt bouwen.
Kijk of je in jezelf een vonk van hoop kunt ontdekken. Houd die vast. Blaas die vonk aan. Vertel de Heer erover: wat kan die vonk in jou teweeg brengen? Kun je met Tomas zeggen: ‘Mijn Heer en mijn God’?