Jezus ging daar weg en kwam in zijn vaderstad, en zijn leerlingen volgden Hem. Toen het sabbat was, begon Hij in de synagoge onderricht te geven. Veel toehoorders waren verbaasd en zeiden: ‘Waar heeft Hij dat vandaan, wat voor wijsheid is Hem gegeven, en dan die machtige daden die door zijn handen totstandkomen? Dat is toch de timmerman, de zoon van Maria en de broer van Jakobus en Joses en Juda en Simon? Zijn zusters wonen toch hier bij ons?’ En ze namen aanstoot aan Hem. Jezus zei hun: ‘Een profeet wordt overal geëerd, behalve in zijn vaderstad, bij zijn familie en in zijn eigen huis.’ Hij kon daar helemaal geen machtige daden verrichten, behalve dat Hij enkele zieken de handen oplegde en hen genas. En Hij was verbaasd over hun gebrek aan vertrouwen. Hij trok door de dorpen in de omgeving om onderricht te geven.
«Max Richter» © Buma/Stemra Buma/Stemra
Wij vragen U om vele dingen: om voedsel, genezing en leven.
Maar wij zijn bang u te bidden om meer geloof en liefde,
om uw wil en uw rijk.
Geef ons meer dan wij durven vragen: geef ons uw Zoon.
Hij zal ons vrijmaken van onszelf en ons leren uw rijk te zoeken,
uw wil, die liefde is.
En àlles zal ons gegeven worden, want gij weet wat wij nodig hebben,
God, onze Vader.
De lezing van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Marcus, hoofdstuk 6, vanaf vers 1.
Jezus keert terug naar zijn vaderstad…. en Hij komt als een leraar. Zijn leer wordt echter niet begroet met bewondering maar met minachting! Kun je je een tijd herinneren dat jij je ook miskend en afgewezen voelde door hen die het dichtst bij je stonden, door hen die jou het beste kenden? Hoe voelde dat?
Draai nu de rollen eens om… Kun je mensen om je heen aanwijzen, mensen die je goed kent, die maar al te vaak genegeerd of overschreeuwd worden? ’Ach, het is toch die-of-die maar die dit zegt’. Hoe belangrijk moet de boodschap zijn voordat je hen werkelijk serieus neemt?
Wanneer je de lezing weer hoort, stel je dan de gebeurtenis voor, zie de gezichten van de mensen uit Jezus vaderstad. Luister naar wat ze over Hem zeggen. Kan zo’n imponerende man wel uit zo’n gewone stad komen?
Ik vraag nu aan God dat wat ik nodig denk te hebben, een groter geloof misschien, of misschien het vermogen Gods gezag en liefde te zien in alle gewone dingen maar ook in de wonderlijke dingen om me heen. Ik spreek tot God en luister naar wat Hij mij te zeggen heeft.