Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’ Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel. En ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen. Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.’ Daarop verbood hij de leerlingen ook maar tegen iemand te zeggen dat hij de messias was.
«Opgenomen t.b.v. Bidden Onderweg» © Eigen opname Bidden Onderweg
«Harp vol. 1» © Buma/Stemra Buma/Stemra
Les Dames Vocales zingt het lied Wie lieblich sind deine Wohnungen, Psalm 84, in een compositie van Josef Rheinberger.
‘Hoe lieflijk is Uw woning, HEER van de hemelse machten. Van verlangen smacht mijn ziel naar de voorhoven van de HEER. Mijn hart en mijn lijf roepen om de levende God.’
De lezing van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Matteüs, hoofdstuk 16, vanaf vers 13.
Is het je bij de lectuur van Matteüs’ versie van dit verhaal opgevallen hoe Simon Petrus als een andere mens uit dit gesprek komt? Jezus zegt: “Gelukkig ben je, Simon, zoon van Jona!”; immers, alleen God kan in het hart van deze man de overtuiging hebben gelegd, die in deze geloofsbelijdenis tot uiting komt.
Zijn er misschien ook in mijn leven domeinen die ik opnieuw moet gaan bekijken om er Gods aanwezigheid in te herkennen en met nieuwe ogen te zien wat God er voor mij in openbaart?
Omdat Simon Petrus zijn antwoord vanuit goddelijke inspiratie geeft, zal Jezus hem bevestigen en sterker maken; hij geeft Petrus een verantwoordelijkheid die hem ver te boven gaat, door hem de rots te noemen waarop zijn kerk is gebouwd. Hoe komt dat beeld van de rots bij mij binnen? Wat betekent het in mijn leven?
Luister nog eens naar deze schrifttekst. Overweeg alles wat tussen Petrus en de Heer gebeurt en ga na of het jou iets speciaals zegt.
Voel je aan het einde van deze meditatie een verlangen om God een antwoord te geven? Komt er spontaan een gebed bij je op, een uiting van dank, of een vraag? Of voel je een overtuiging of een of ander besluit in je groeien?