Maar, broeders en zusters, ik kon tot u niet spreken als tot geestelijke mensen. Ik sprak tot mensen van deze wereld, tot niet meer dan kinderen in het geloof in Christus. Ik heb u melk gegeven, geen vast voedsel; daar was u niet aan toe. En ook nu nog niet, want u bent nog gebonden aan de wereld. Wanneer u afgunstig en verdeeld bent, dan bent u toch gebonden aan de wereld, dan leeft u toch als ieder ander? Wanneer de een zegt: ‘Ik ben van Paulus,’ en een ander: ‘Ik van Apollos,’ bent u dan niet als alle andere mensen? Wat is Apollos eigenlijk? En wat is Paulus? Zij zijn niet meer dan dienaren die u tot geloof hebben gebracht, beiden op de wijze die de Heer hun heeft geschonken. Ik heb geplant, Apollos heeft water gegeven, maar God heeft doen groeien. Het is niet belangrijk wie plant of wie begiet; alleen God is belangrijk, want hij doet groeien. Wie plant en wie begiet hebben hetzelfde doel, al worden ze ieder apart beloond overeenkomstig de moeite die ze zich hebben gegeven. Dus wij zijn medewerkers van God en u bent zijn akker.
«Benedicta. Marian chant from Norcia» © Met permissie Permissie
De monniken van Norcia zongen het capitulum uit Spreuken 8
‘De HEER heeft mij vóór al het andere verworven, toen Hij zijn scheppingswerk begon, schiep Hij eerst mij. Ik ben in het begin gemaakt, nog voor alles er was, nog voor de aarde vorm kreeg. Toen er nog geen oceanen waren, werd ik voortgebracht, nog voor de bronnen met hun waterstromen.’
De lezing van vandaag komt uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs, hoofdstuk 3 vanaf vers 1.
“Wanneer u afgunstig en verdeeld bent, dan bent u toch gebonden aan de wereld.“ – Denk aan een situatie in je leven op dit moment waarin je je gedraagt op een manier die achter blijft bij wat je echt zou willen… Misschien ben je jaloers of weinig ruimhartig; of niet in staat om te vergeven of… Word je gewoon bewust van die situatie of van die plek in je hart waar het rommelt. Het gaat er hier niet om jezelf te veroordelen of om snel besluiten te nemen, maar gewoon om je bewust te worden van de situatie.
Breng dit nu in de aanwezigheid van God en nodig God uit om de zaden van zijn Geest te planten op die plaats in je hart waar je de hulp van zijn Geest nodig hebt. Open gewoon je hart en laat de zaden van zijn Geest wortel schieten in jou.
Luister opnieuw naar de lezing en merk op wie de zaden doet groeien.
Vraag God om de genade die je nodig hebt om deze zaden van zijn Geest vandaag in je te laten groeien.