Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen samen één lichaam. Zo is het ook met het lichaam van Christus. Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn allen van één Geest doordrenkt, of we nu Joden of Grieken zijn, of we nu slaven of vrije mensen zijn. Immers, een lichaam bestaat niet uit één deel, maar uit vele. Welnu, u bent het lichaam van Christus en ieder van u maakt daar deel van uit. God heeft in de gemeente aan allerlei mensen een plaats gegeven: ten eerste aan apostelen, ten tweede aan profeten en ten derde aan leraren. Dan is er het vermogen om wonderen te verrichten, de gave om te genezen en het vermogen om bijstand te verlenen, leiding te geven of in klanktaal te spreken. Is iedereen soms een apostel? Of een profeet? Is iedereen een leraar? Kan iedereen wonderen verrichten? Of kan iedereen genezen? Kan iedereen in klanktaal spreken en kan iedereen die uitleggen? Richt u op de hoogste gaven. Maar eerst wijs ik u een weg die nog voortreffelijker is.
«Responsorial psalms» © Buma/Stemra Buma/Stemra
Francesca LaRosa zingt Tantum ergo sacramentum.
‘Ons geloof geeft ons richting wanneer het menselijk verstand geen raad weet.'
De lezing van vandaag is genomen uit de eerste brief aan de Korintiërs, hoofdstuk 12, vanaf vers 12.
Wij zijn allen verenigd met Christus in één lichaam. Zijn er bepaalde personen waarvan je bijzonder blij bent dat je met hen in Christus verenigd bent? Als dat zo is, bid dan voor hen.
Is er ook iemand waar je je niet zo gelukkig bij voelt? Iemand met wie je liever niet zou verenigd zijn? Bid ook voor deze persoon, en voor jezelf.
Terwijl je de lezing nu opnieuw hoort, neem dan even de tijd om aan je eigen lichaam te denken en hoe elk deel ervan de overige delen ten dienste staat.
Kan je nu God vragen je te helpen om jouw gaven ten dienste te stellen aan anderen?