Maar wanneer u door de Geest geleid wordt, bent u niet onderworpen aan de wet. Het is bekend wat onze eigen wil allemaal teweegbrengt: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit, afgunst, bras- en slemppartijen, en nog meer van dat soort dingen. Ik herhaal de waarschuwing die ik u al eerder gaf: wie zich aan deze dingen overgeven, zullen geen deel hebben aan het koninkrijk van God. Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft. Wie Christus Jezus toebehoort, heeft zijn eigen natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen. Wanneer de Geest ons leven leidt, laten we dan ook de richting volgen die de Geest ons wijst.
«Opgenomen t.b.v. Bidden Onderweg» © Eigen opname Bidden Onderweg
«Hengestesieg EP» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
Ensemble Hermes zingt het lied Es ist der alte Bund. ’Alles wat leeft verslijt als een kledingstuk, al sinds het begin geldt de afspraak: Je zult sterven. Kom, Heer Jezus!’
De lezing van vandaag is genomen uit de brief aan de Galaten, hoofdstuk 5, vanaf vers 18.
Paulus windt er hier geen doekjes om: hij geeft ons een waarschuwing, hij wil dat zijn waarschuwing duidelijk is. Hij schetst een scherp contrast tussen wat ‘de eigen natuur’ teweegbrengt, en de ‘vrucht van de Geest’. Denkend aan die eerste opsomming, waar ben jij dan, in jouw eigen leven de laatste dagen, ruzie, jaloezie en kwaadheid en dergelijke tegengekomen?
En waar ontmoette je, in contrast hiermee, vrede, geduld, vriendelijkheid, vrijgevigheid, en de ‘vruchten van de Geest’?
Kun je, wanneer je de lezing nogmaals hoort voorbij deze lange opsommingen, kijken naar welk punt Paulus probeert te maken, naar wat hij nou eigenlijk aan ons probeert over te brengen?
“Laten we ons laten leiden door de Geest”, zegt Paulus. Misschien is het nu wel het juiste moment om aan God te vragen om openheid en bereidwilligheid, om aan te kunnen voelen welke richting de Geest mij wijst en om te volgen.