Daarna stelde de Heer tweeënzeventig anderen aan, die Hij twee aan twee voor zich uit zond naar iedere stad en plaats waar Hij van plan was heen te gaan. Hij zei tegen hen: ‘De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig; vraag dus de eigenaar van de oogst of hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen. Ga op weg, en bedenk wel: Ik zend jullie als lammeren onder de wolven. Neem geen geldbuidel, geen reistas en geen sandalen mee, en groet onderweg niemand. Als jullie een huis binnengaan, zeg dan eerst: “Vrede voor dit huis!” Als er een vredelievend mens woont, zal jullie vrede met hem zijn; zo niet, dan zal die vrede bij je terugkeren. Blijf in dat huis, en eet en drink wat men je aanbiedt, want de arbeider is zijn loon waard. Ga niet van het ene huis naar het andere. En als jullie een stad binnengaan en daar welkom zijn, eet dan wat je wordt voorgezet, genees de zieken die er zijn en zeg tegen hen: “Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt.”
«Heaven on my mind» © Buma/Stemra Buma/Stemra
«Les Delices de la Solitude» © Magnatune Magnatune license
Het Yuri Honing Acoustic quartet speelt het lied Temple of trees.
God, Gij zijt altijd meer
dan wij van U weten of vermoeden
Wij kunnen U niet vasthouden
met onze woorden
en onze ogen zijn niet in staat
uw aangezicht te zien.
Maar in Jezus zijt Gij voorbijgegaan
en zijn spoor is onuitwisbaar,
zijn geest in ons is niet te doven.
Leer ons
uw altijd nieuwe aanwezigheid herkennen
in Hem die uw evenbeeld is,
Jezus Christus, onze Heer.
De lezing van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 10, vanaf vers 1.
‘Neem geen geldbuidel, geen reistas en geen sandalen mee,’ – de leerlingen van Jezus Christus nemen niets overbodigs mee, niet meer dan ze nodig hebben, slechts de kleding waarin ze zijn opgestaan en een boodschap van vrede. Vind ik dit indrukwekkend, inspirerend, uitdagend? Voel ik mij er misschien juist een beetje oncomfortabel bij, geeft het mij een schuldgevoel? Misschien vind ik het een beetje over-the-top, een te harde manier van leven.
Stel je het vertrouwen voor dat de zeventig volgelingen van Jezus gehad moeten hebben. Denk even aan het geloof en vertrouwen dat in hun harten aanwezig was, zich volledig toevertrouwend aan de vrijgevigheid van vreemden en aan het geloof dat God voor hen zou zorgen.
Kan ik, nu ik hem nogmaals hoor, naar deze lezing luisteren als gericht tot mij? Kan ik zien hoe hij op mij van toepassing is?
‘De oogst is groot,’ zegt Jezus. Ik vraag aan God hoe ik kan helpen met de oogst, welke boodschap Hij wil dat ik overbreng naar de mensen die ik ontmoet.