Gods genade is openbaar geworden tot redding van alle mensen. Ze leert ons dat we goddeloze en wereldse begeerten moeten afwijzen en bezonnen, rechtvaardig en vroom in deze wereld moeten leven, in afwachting van het geluk waarop wij hopen: de verschijning van de majesteit van de grote God en van onze Redder Jezus Christus. Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle zonde vrij te kopen, ons te reinigen en ons tot zijn volk te maken, dat vol ijver is om het goede te doen.
«Opgenomen t.b.v. Bidden Onderweg» © Eigen opname Bidden Onderweg
«Instrumental worship vol.2» © Buma/Stemra Buma/Stemra
Uit de Sint Maartenscantate, gecomponeerd door Jeroen Spitteler, luister je naar het lied Bloem.
‘Ik ben als een bloem in het gras, overgoten door zon en door regen. Men bekijkt mij, men vertrapt mij, soms plukt men mij zonder te beseffen dat ik dan ophoud te bestaan.’
De lezing van vandaag is genomen uit de brief van Paulus aan Titus, hoofdstuk 2, vanaf vers 11.
De lezing spreekt van Gods werkzaamheid in de wereld, en van de genade die elke mens ontvangt. Deze genade stelt hen in staat om een leven te leiden waarin Gods aanwezigheid weerspiegeld wordt. Neem even tijd om te overwegen hoe God op dit moment naar jou kijkt. Hoe voel je je wanneer je je inbeeldt dat God naar je kijkt?
Paulus zegt dat Gods genade ons ‘leert’. God geeft ons de hoop op, en belofte van zijn handelen in ons leven. Voel je de nood om dergelijke dingen te ‘leren’ van God? Wat heb je misschien nodig van God om de persoon te worden die je geroepen bent te zijn?
Luister opnieuw in het licht van je eigen verlangens en zie hoe de lezing tot je spreekt.
Spreek tot God over al wat leeft in je hoofd en in je hart. Spreek alsof je met een vriend spreekt, vanuit het vertrouwen dat je gehoord zal worden en dat God het goede verlangt voor jou.