Aan de mensen die stonden te luisteren, vertelde Jezus nog een gelijkenis, aangezien Hij nu dicht bij Jeruzalem was en zij dachten dat het koninkrijk van God nu spoedig zou aanbreken. Hij zei: ‘Een man van voorname afkomst ging op reis naar een ver land om het koningschap in ontvangst te nemen en dan terug te keren. Hij riep tien van zijn dienaren bij zich, gaf elk van hen honderd drachme en zei tegen hen: “Ga daarmee handeldrijven terwijl ik weg ben.” Maar zijn landgenoten haatten hem en stuurden afgevaardigden achter hem aan met de boodschap: “We willen niet dat die man koning over ons wordt!” Bij zijn terugkeer, toen hij het koningschap had ontvangen, liet hij de dienaren aan wie hij het geld had gegeven bij zich roepen om te vernemen wat ze met handeldrijven hadden verdiend. De eerste kwam en zei: “Heer, uw geld heeft het tienvoudige opgeleverd.” Zijn meester zei: “Voortreffelijk, je bent een goede dienaar. Omdat je betrouwbaar bent geweest in iets zeer gerings verleen ik je het bestuur over tien steden.” De tweede kwam zeggen: “Uw geld, heer, heeft het vijfvoudige opgebracht.” Tegen hem zei hij: “Jij krijgt het bestuur over vijf steden.” Toen kwam de derde dienaar, die zei: “Heer, hier is uw geld, ik heb het in een doek voor u bewaard. Ik was bang voor u, omdat u een streng man bent die terugvordert wat hij niet heeft gestort en oogst wat hij niet heeft gezaaid.” Zijn meester zei tegen hem: “Je bent een slechte dienaar, met je eigen woorden zal ik je veroordelen! Je wist dat ik een streng man ben en terugvorder wat ik niet heb gestort en oogst wat ik niet heb gezaaid? Waarom heb je mijn geld dan niet bij de bank in bewaring gegeven? Dan had ik het bij mijn terugkeer met rente kunnen opvorderen.” En tegen degenen die erbij stonden zei hij: “Neem hem de honderd drachme af en geef ze aan de knecht die het tienvoudige verworven heeft.” Ze zeiden tegen hem: “Heer, hij heeft al het tienvoudige!” “Ik zeg jullie: wie heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft worden ontnomen.
«Sleep: tranquility base» © Buma/Stemra Buma/Stemra
«The Chopin variatons» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
Je luistert naar Tranquility III van Max Richter.
Als ik deze tijd van gebed inga, word ik me bewust van mijn adem, een levengevend geschenk van God aan mij. Ik sta mezelf toe om een paar momenten, langzamer, dieper en rustiger te ademen
De lezing van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 19, vanaf vers 11.
Dat ziet er niet bepaald eerlijk uit, wel? Hoe reageer jij op dit verhaal? Protesteer je dat dit zo wreed is en onfair? Of sta je perplex en vraag je je af wat de moraal van dit verhaal wel mag zijn? Of misschien onderzoek je nu je eigen gevoel van rechtvaardigheid?
Als je nu reist, hoeveel mensen die met jou mee reizen zouden op weg zijn voor handelsdoeleinden? Of juist op de terugweg ervan? Luister nu opnieuw naar het tweede deel van de lezing. Lijkt dit volgens jou op de wereld van de handel vandaag? In welke zin?
Welke dingen werden aan mij toevertrouwd? En wat heb ik ermee aangevangen? Wat heb ik God te zeggen hierover?