Jezus ging naar de tempel, waar Hij de handelaars begon weg te jagen, terwijl Hij hun toevoegde: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een huis van gebed zijn,” maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!’ Dagelijks gaf Hij onderricht in de tempel. De hogepriesters, de schriftgeleerden en de leiders van het volk wilden Hem uit de weg ruimen, maar ze wisten niet hoe ze dat moesten doen, want het hele volk hing aan zijn lippen.
Poor bishop Hooper zingt Psalm 14.
De HEER kijkt vanuit de hemel naar de mensen
om te zien of er één verstandig is,
één die God zoekt.
Als de HEER het lot van zijn volk ten goede keert,
zal Jakob juichen, Israël zich verheugen.
De lezing van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 19, vanaf vers 45.
‘Dit moet hier niet staan’, of, ‘Ga uit de weg’. Hoe dikwijls zeggen wij dit? Binnensmonds, of zelfs luidop, telkens als we naar het werk gaan of terug komen. Straatventers of liefdadigheidswerkers - om nog te zwijgen van bedelaars - nemen een ruimte in die we liever zuiver houden. Herken je deze ergernis, deze gevoelens bij jezelf?
De ruimte zuiver houden - laat dat nu net zijn wat Jezus hier doet. Hij maakt de ruimte vrij, zodat ze opnieuw kan dienen als heilige plaats.
Wat zijn de ruimtes in mijn leven - fysieke plaatsen of misschien bepaalde zones in mijn leven - die voor mij iets heiligs hebben?
Je zou kunnen denken dat het vrijmaken van een noodzakelijke ruimte niet meteen controversieel is. Eerder een zaak die vanzelfsprekend hoort te zijn. Maar, als je opnieuw luistert naar de lezing, dan zal je merken hoe dit op weerstand en boosheid stuit.
Kan ik God nu vragen me te helpen de heilige plaats in mijn leven, het huis van gebed diep in mij, op te merken en te eerbiedigen?