Filippenzen 4:4-7
Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd. Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen. De Heer is nabij. Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank hem in al uw gebeden. Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren.
Verheugen
Vox Nostra zingt Gaude mater luminis, ‘verheugt u op het licht’. Nu ik rondom mij kijk, kan ik dan dat licht ervaren, die heilige aanwezigheid hier, en Gods vreugdevol licht uitnodigen in mijn leven?
De lezing van vandaag is genomen uit de brief van Paulus aan de Filippenzen, hoofdstuk 4, vanaf vers 4.
De brief van de apostel Paulus bevat iets van die hoop en vreugde en vrede die deze tijd kan brengen.
‘Verheug je’; terwijl ik eerlijk naar mijn leven van de laatste dagen, weken, maanden, of zelfs jaren kijk, wanneer heb ik me dan voor het laatst echt over iets verheugd?
Wanneer was ik het laatst ‘verheugd in God’?
Wanneer je dit fragment opnieuw beluistert, haal er dan een paar woorden of een zinssnede uit die je echt getroffen heeft.
Niet piekeren is misschien iets waar iedereen naar verlangt, maar het is niet altijd mogelijk om onmiddellijk te begrijpen hoe je dat moet doen. Misschien kan je vandaag de hand vastnemen die God je aanreikt en voor Hem gaan staan in een gebed waarin je vraagt om deze gave van vrede.
