Jezus week met zijn leerlingen uit naar het meer, en een grote menigte uit Galilea volgde Hem. Ook uit Judea en Jeruzalem, uit Idumea en het gebied aan de overkant van de Jordaan en uit de omgeving van Tyrus en Sidon kwamen veel mensen naar Hem toe, omdat ze hadden gehoord wat Hij allemaal deed. Hij zei tegen zijn leerlingen dat ze een boot voor Hem gereed moesten houden, om te voorkomen dat Hij door de menigte onder de voet zou worden gelopen. Allerlei zieken verdrongen zich om Hem aan te raken, want Hij had al veel mensen genezen. Telkens als de onreine geesten Hem zagen, vielen ze voor Hem neer en schreeuwden: ‘Jij bent de Zoon van God!’ Hij sprak hen bestraffend toe, en verbood hun bekend te maken wie Hij was.
«Mane nobiscum» © Met permissie Permissie
«Opgenomen t.b.v. Bidden Onderweg» © Eigen opname Bidden Onderweg
Je luistert naar het Taizé-lied zingt De noche iremos.
‘In de nacht zoeken wij naar de bron van levend water. Alleen onze dorst wijst ons de weg.’
Deze tijd van gebed is een gelegenheid om die dorst een beetje te lessen – mijn dorst naar God, de bron van leven – een kans om te drinken aan de bron waaraan alle levend water ontspringt, en om verfrist te worden.
De lezing van vandaag is uit het Evangelie volgens Marcus, hoofdstuk 3, vanaf vers 7
In deze lezing horen we hoe Jezus indruk maakt op veel mensen. De menigten die rond Hem samenkomen zijn zo groot dat Hij gevaar loopt vertrappeld te worden. Wat zou dat betekend hebben voor zijn vrienden, zijn leerlingen om deel uit te maken van dat spektakel?
Jezus lijkt erg populair in deze scene en in deze fase van zijn zending. Kun je je voorstellen wat zo veel mensen naar Hem toe trok? En hoe kon het dat diezelfde menigten zich later zo gemakkelijk tegen Hem keerden?
Als je deze scene nog eens hoort beschrijven, neem dan een ogenblik om je voor te stellen dat jij ook daar bent en dat je naar Jezus luistert en naar Hem kijkt, samen met al die mensen die zoveel van Hem verwachten. Hoe zou jij gereageerd hebben? Wat zou jouw antwoord aan Jezus geweest zijn?
Spreek nu met Jezus als met een vriend. Wat wil je met Hem delen?