Toen Jezus met hen de berg was afgedaald, bleef Hij staan op een plaats waar het vlak was. Daar had een groot aantal van zijn leerlingen zich verzameld, evenals een menigte mensen uit heel Judea en Jeruzalem en uit de kuststreek van Tyrus en Sidon. Hij richtte zijn blik op zijn leerlingen en zei: ‘Gelukkig jullie die arm zijn, want van jullie is het koninkrijk van God. Gelukkig jullie die honger hebben, want je zult verzadigd worden. Gelukkig wie nu huilt, want je zult lachen. Gelukkig zijn jullie wanneer de mensen jullie omwille van de Mensenzoon haten en buitensluiten en beschimpen en je naam door het slijk halen. Wees verheugd als die dag komt en spring op van blijdschap, want jullie zullen rijkelijk beloond worden in de hemel. Vergeet niet dat hun voorouders de profeten op dezelfde wijze hebben behandeld.
Maar wee jullie die rijk zijn, jullie hebben je deel al gehad. Wee jullie die nu verzadigd zijn, want je zult hongeren. Wee jullie die nu lachen, want je zult treuren en huilen. Wee jullie wanneer alle mensen lovend over je spreken, want hun voorouders hebben de valse profeten op dezelfde wijze behandeld.
«After the rain» © Magnatune Magnatune license
De gemeenschap van Taize zingt Beati voi poveri, ‘zalig zijt gij armen’.
Dat we onze dagen openhouden
voor wat nutteloos is:
gastvrij en welkom,
dankzeggen, stilte,
zomaar een woord of een gebaar van goedheid.
Dat we onze dagen openhouden voor God
- ook als Hij uitblijft –
voor zijn spreken en voor zijn zwijgen,
voor de God over wie wij niet beschikken.
De lezing van vandaag is uit het Evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 6, vanaf vers 17.
Voor heel wat mensen vormen deze woorden van Jezus het hart van het christendom. Jezus spreekt een aantal beloften uit voor armen, treurenden; hongerenden, gevangenen, verworpenen. Jezus belooft hun het Rijk Gods, vrede en vreugde. Wat stel ik me hierbij voor? Verlang ik er echt naar?
En dan, als contrast, verbeeld je het andere soort leven dat door Jezus wordt beschreven. Stel jezelf een leven voor van rijkdom, van materiële overdaad en van roem. Zou zo’n leven je bevredigen en echt gelukkig maken?
Neem de tijd om te onderscheiden naar welke van de twee tegenovergestelde wegen je voorkeur uitgaat. Als je de lezing herbeluistert, focus dan minder op de betekenis van de woorden. Verleg je aandacht naar Jezus, die ze uitspreekt.
Kan je bij het einde van deze gebedstijd God vragen je te helpen vandaag vanuit de zaligsprekingen te leven?