Marcus 8:27-33
Jezus vertrok met zijn leerlingen naar de dorpen in de buurt van Caesarea Filippi. Onderweg vroeg Hij aan zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’ Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, en anderen zeggen Elia, en weer anderen zeggen dat U een van de profeten bent.’ Toen vroeg Hij hun: ‘En wie ben Ik volgens jullie?’ Petrus antwoordde: ‘U bent de Messias.’ Hij verbood hun op strenge toon om met iemand hierover te spreken.
Hij begon hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden en door de oudsten van het volk, de hogepriesters en de schriftgeleerden verworpen zou worden, en dat Hij gedood zou worden, maar drie dagen later zou opstaan; Hij sprak hierover in alle openheid. Toen nam Petrus Hem apart en begon Hem fel terecht te wijzen. Maar Hij draaide zich om, keek zijn leerlingen aan en wees Petrus streng terecht met de woorden: ‘Ga terug, achter mij, Satan! Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen.’
Dedication
door Margaret Rizza
uitgevoerd door Convivium singers
«Officium divinum» © Buma/Stemra Buma/Stemra
Leaf
door Kourosh Dini
uitgevoerd door Kourosh Dini
«Zen and the piano» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
Moeilijk om te horen
The Convivium singers zingen het lied Dedication. ‘Ik geef mezelf aan U Heer. Mijn handen, een werktuig van U.’
De lezing is genomen uit het Evangelie volgens Marcus, hoofdstuk 8, vanaf vers 27.
Jezus is nog maar net weer onderweg wanneer hij besluit dat het tijd is om zijn dierbaarste vrienden een directe vraag te stellen. Aanvankelijk klinkt het wat terloops, algemeen, maar dan wordt het veel persoonlijker - ‘En wie ben Ik volgens jullie?’
Hoe stel jij je deze gebeurtenis voor ? Kun je het voor je zien? De gezichten? De stemmen?
Stel je nu voor dat jou die vraag gesteld wordt, ‘En wie ben Ik volgens jou?’ – hetzij als een van de apostelen in dit verhaal, hetzij hier en nu.
Wat zou je antwoorden?
Als je de passage nog eens hoort, let dan eens op hoe het gesprek verder gaat na het getuigenis van Petrus.
Jezus vertelt dan dat Hij door iedereen verworpen zal worden, hoe Hij zal moeten lijden en zelfs vermoord zal worden. Petrus kan dit zó moeilijk horen, dat Hij en Jezus ruzie krijgen. Welke gevoelens krijg jij als je Jezus zo over zijn lijden hoort spreken?
Kan je ze aan Jezus voorleggen?
