Joel 2:12-18
Daarom – spreekt de HEER –, keer nu terug tot Mij met heel je hart en begin te vasten, te treuren en te rouwen. Niet je kleren moet je scheuren, maar je hart. Keer terug tot de HEER, jullie God, want Hij is genadig en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid. Misschien herroept Hij zijn vonnis, komt Hij erop terug en laat Hij toch iets van zijn zegen over, zodat jullie weer graan en wijn kunnen offeren aan de HEER, jullie God. Blaas de ramshoorn op de Sion, kondig een vastentijd af en roep op tot een plechtige samenkomst. Breng het volk bijeen, laat heel Israël zich reinigen. Breng de oude mensen tezamen, verzamel de kinderen, ook de kleintjes aan de borst. Laat de bruidegom opstaan van het bruidsbed, laat zijn bruid het slaapvertrek verlaten. Priesters, dienaren van de HEER, hef een smeekbede aan in de tempel, tussen altaar en voorhal: ‘Ach HEER, spaar uw volk, uw eigendom, geef het niet prijs aan spot en hoon van andere volken. Waarom zouden zij mogen schimpen: “En waar is nu hun God?”’ Dan zal de HEER het opnemen voor zijn land en zich ontfermen over zijn volk.
Pitter patter
door Tell the sky & Eric Gilmour
uitgevoerd door Tell the sky & Eric Gilmour
«Melodies from the mist» © Buma/Stemra Buma/Stemra
rain kissed keys
door Tell the sky & Eric Gilmour
uitgevoerd door Tell the sky & Eric Gilmour
«Melodies from the mist» © Buma/Stemra Buma/Stemra
Omkeren
The choir of saint Ignatius Loyola zingt het lied Misereris omnium.
‘Alles wat er is hebt U lief, niets van wat U gemaakt hebt is U te min. U, Heer, hebt het leven lief en U spaart alles, omdat het van U is.’
De lezing van vandaag is genomen uit de profeet Joël, hoofdstuk 2, vanaf vers 12.
De veertigdagentijd is een tijd om je te bekeren, en ‘bekeren’ betekent ‘omkeren’. Iedere Aswoensdag worden we uitgenodigd een l eerlijke blik op ons leven te werpen, nederig tot onze liefhebbende God te spreken en tot Hem terug te keren. Ieder van ons heeft verschillende zwakheden en problemen die de Heer verlangt te genezen. Ik neem even de tijd om na te denken over onze menselijke eigenzinnigheid en Gods liefdevolle verlangen naar onze terugkeer.
‘Keer nu terug tot Mij met heel je hart’, zegt de Heer. Zo'n aantrekkelijke en geruststellende uitnodiging, en toch zo’n uitdaging! Wat moet ik loslaten als ik God met een onverdeeld hart wil liefhebben?
Dat ‘berouw hebben’ doe ik niet in mijn eentje. De lezing spreekt over de mensen, het volk, de gemeente. Wie kan mij helpen om terug te keren naar God? Wie zijn de mensen in mijn leven die baat zullen hebben bij mijn terugkeer?
Luister nog eens naar de profeet Joël. Besteed bijzondere aandacht aan de ontroerende beschrijving van Gods tederheid, barmhartigheid, medelijden en onvoorwaardelijke liefde.
‘Scheur uw hart en niet uw kleding.’ God is niet geïnteresseerd in louter uiterlijke gebaren van bekering. Hij zoekt de bekering van het hart. Hoe voelt het om volgzaam te zijn tegenover God, om God toe te staan mijn hart te veroveren – helemaal – en me terug te laten lokken naar een diepe relatie met Hem? Spreek tot God zoals een vriend tot een vriend.
