Mozes was gewoon de schapen en geiten van zijn schoonvader Jetro, de Midjanitische priester, te weiden. Eens dreef hij de kudde tot voorbij het steppeland, en zo kwam hij bij de Horeb, de berg van God. Daar verscheen de engel van de HEER aan hem in een vuur dat uit een doornstruik opvlamde. Mozes zag dat de struik in brand stond en toch niet door het vuur werd verteerd. Hoe kan het dat die struik niet verbrandt? dacht hij. Ik ga dat wonderlijke verschijnsel eens van dichtbij bekijken. Maar toen de HEER zag dat Mozes dat ging doen, riep Hij hem vanuit de struik: ‘Mozes! Mozes!’ ‘Ik luister,’ antwoordde Mozes. ‘Kom niet dichterbij,’ waarschuwde de HEER, ‘en trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig. Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.’ Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God te kijken. Toen zei de Heer: De jammerklacht van de Israëlieten is tot Mij doorgedrongen en Ik heb gezien hoe wreed de Egyptenaren hen onderdrukken. Daarom stuur Ik jou nu naar de farao: jij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte wegleiden.’ Mozes zei: ‘Maar wie ben ik dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?’ God antwoordde: ‘Ik zal bij je zijn. En dit zal voor jou het teken zijn dat Ik je heb gestuurd: als je het volk uit Egypte hebt weggeleid, zullen jullie God bij deze berg vereren.’
«Serenity» © Buma/Stemra Buma/Stemra
De groep The same stream zingt het lied O sweetest Jesus. ‘O liefste Jezus, op mijn knieën kom ik voor uw aangezicht, en in diep zielsverlangen, bid ik om uw aanblik.’
De lezing van vandaag is genomen uit het boek Exodus, hoofdstuk 3 vanaf vers 1.
In de antieke wereld was vuur de mysterieuze aanwezigheid van een andere wereld. Het was een doorgang tussen hemel en aarde. Het vuur nam onze offers in zich op en bracht ze bij God. Ook vandaag gebruiken we nog steeds een kaars als teken van Gods aanwezigheid. Zo wordt Mozes er op Gods heilige berg door een brandende struik op een krachtige manier aan herinnerd: dat God hier is, met ons, in onze wereld. Hij zoekt mensen, mannen en vrouwen, omdat Hij met ons verbonden wil zijn. Vandaag vraag ik me af: wanneer werd ìk er krachtig aan herinnerd dat God ook met mìj is? Wanneer sprak God mìj aan?
Wat helpt me te openen voor zijn aanwezigheid?
Als je de tekst opnieuw beluistert, hoor hoe bij Mozes dat gevoel van Gods aanwezigheid hem uitdaagt, hoe het hem op weg zet. Hij is al een herder, een gids. Maar wat nu van hem gevraagd wordt gaat verder dan wat hij al kende en in de vingers had. Is God ook in jouw leven aanwezig als een uitdaging, als een vraag?
Mozes spreekt op een intieme manier met God. Hij deelt met Hem, zonder enige schaamte, zijn twijfels en zorgen. Neem de tijd voor jouw gesprek met God, openhartig en oprecht.