Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.
«ChoRuss» © Met permissie Permissie
«Piano pieces» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
Vocaal ensemble ChoRuss zingt Ye people sing a song. Dit lied wordt in orthodoxe kerken op palmzondag gezongen.
'Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer, de koning van Israël.’
De lezing van dit weekend is genomen, uit de brief van Paulus aan de Filippenzen, hoofdstuk 2, vanaf vers 5
De lezing van vandaag vertelt over een typische ignatiaanse houding: het verlangen om anderen te dienen, net zoals Jezus dat deed. Dit verlangen is misschien al in jou aanwezig, misschien zelfs al merkbaar in sommige elementen van je leven. Waar ontdek je bij jezelf, misschien zonder je er altijd van bewust te zijn, reacties op anderen waaruit een echte bekommernis voor anderen blijkt?
In welke elementen van je leven zou je graag zien dat je edelmoedigheid nog zou groeien? Of, om het anders te zeggen, hoe zou je willen meer als Christus te zijn in je houding ten opzichte van anderen en de wereld om je heen?
Overdenk, wanneer je opnieuw de Bijbeltekst hoort, wat je raakt in de vrije manier waarop Jezus reageert op Gods wil.
Misschien kun je nu God vragen om wat je nodig hebt om in edelmoedigheid te groeien, om je te bevrijden van al te sterke ego-gerichtheid.