Daarna sloeg Jezus zijn ogen op naar de hemel en zei: ‘Vader, nu is de tijd gekomen, toon nu de grootheid van uw Zoon, dan zal de Zoon uw grootheid tonen. Hij heeft van U macht over alle mensen ontvangen, de macht om iedereen die U Hem gegeven hebt het eeuwige leven te schenken. Het eeuwige leven, dat is dat zij U kennen, de enige ware God, en Hem die U gezonden hebt, Jezus Christus. Ik heb op aarde uw grootheid getoond door het werk te volbrengen dat U Mij opgedragen hebt. Vader, verhef Mij nu tot uw majesteit, tot de grootheid die Ik bij U had voordat de wereld bestond. Ik heb aan de mensen die U Mij uit de wereld gegeven hebt uw naam bekendgemaakt. Zij waren van U, maar U hebt hen aan Mij gegeven. Ze hebben uw woord bewaard, en nu begrijpen ze dat alles wat U Mij hebt gegeven, van U komt. Ik heb de woorden die Ik van U ontvangen heb aan hen doorgegeven, zij hebben ze aanvaard en nu weten ze echt dat ik van U gekomen ben, en ze geloven dat U Mij hebt gezonden. Ik bid voor hen. Ik bid niet voor de wereld, maar voor de mensen die U Mij hebt gegeven, omdat zij van U zijn – alles wat van Mij is, is van U, en alles wat van U is, is van Mij – en omdat in hen mijn grootheid zichtbaar geworden is.
«In thy Dormition thou didst not forsake the World» © Magnatune Magnatune license
«Soul Breaker» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
Het Putinki church choir zingt Stanza for - Lord I have cried.
‘Heer, hoor mij aan. Laat mijn woorden als wierook tot U komen.’
De lezing van vandaag is uit het Evangelie volgens Johannes, hoofdstuk 17 vanaf vers 1.
Jezus beseft maar al te goed dat lijden en dood Hem te wachten staan – intens bidt Hij daarom tot God zijn Vader – “Vader,” zegt Hij, “nu is de tijd gekomen, toon nu de grootheid van uw Zoon, dan zal de Zoon uw grootheid tonen.” Nu ik deze woorden hoor, kan ik voelen wat Hij voelt? Kan ik zijn woorden meemaken? Wat voel ik daarbij?
Jezus is met ons begaan als Hij zijn gebed vervolgt: “(Vader) … het eeuwige leven, dat is dat zij U kennen, de enige ware God, en Hem die U gezonden hebt, Jezus Christus.” Het valt niet altijd mee om de zin van het leven – eeuwig leven – te zien. Wat kan het lastig zijn te aanvaarden en te voelen dat God van mij houdt, en ook van andere mensen. Geduldig wacht ik erop dat God mij laat zien hoe innig Hij mij liefheeft, hoe veel Hij om mij geeft.
Hoor Jezus’ woorden: “alles wat van Mij is, is van U, en alles wat van U is, is van Mij…” Ik laat nu Jezus’ liefde voor zijn Vader en voor anderen ook in mijn hart binnenkomen.
Als ik opnieuw luister, ontdek ik iets van de nabijheid van Jezus bij zijn Vader. Ik ontdek zijn diepe zorg om zijn leerlingen, ook om mij. Ik laat Hem toe mij te raken, mijn hart, mijn verlangens.
Misschien doet het mij denken aan iemand die ik ken, iemand die zoekend is, maar die het contact met God verloren lijkt. Of iemand die door een moeilijke tijd heen gaat. Kan ik God vragen mij te laten zien hoe ik Hem bij kan staan? Misschien, als het mogelijk is, vandaag?