1 Korintiers 11:23-26
Want wat ik heb ontvangen en aan u heb doorgegeven, gaat terug op de Heer zelf. In de nacht waarin de Heer Jezus werd uitgeleverd nam Hij een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood en zei: ‘Dit is mijn lichaam voor jullie. Doe dit, telkens opnieuw, om Mij te gedenken.’ Zo nam Hij na de maaltijd ook de beker, en Hij zei: ‘Deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt. Doe dit, telkens als jullie hieruit drinken, om Mij te gedenken.’ Dus altijd wanneer u dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, totdat Hij komt.
Lichaam
Cappella Sacelli zingt het lied Ave verum corpus, gecomponeerd door Jeroen Spitteler. ‘Gegroet, waarachtig lichaam. Wees voor ons een voorsmaak tijdens de beproeving van de dood.’
De lezing is genomen uit de eerste brief aan de Korintïers, hoofdstuk 11, vanaf vers 23.
In de Schriftlezing van vandaag gaat het over een ander, een nieuw soort van uitwisseling. De lezing van vandaag, Sacramentsdag, bevat de oudste beschrijving van het Laatste Avondmaal. Deze lezing is niet genomen uit het Evangelie, maar uit de eerste brief van Paulus aan de Korinthiërs.
Jezus zei: ‘Dit is mijn lichaam’, woorden die iedere keer weer in de eucharistieviering worden herhaald. Maar wat betekenen deze woorden voor jou? Hoe versta je ze? Wat denk je dat Jezus tot ons zegt met deze woorden?
In een van zijn geschriften waarschuwt Sint Augustinus ons om deze woorden van Jezus niet op een slagersachtige manier te verstaan. Wanneer je over je eigen lichaam nadenkt, gaat het toch ook niet over een stuk vlees? Denk aan alles wat mogelijk is doordat je een lichaam hebt. Alles wat je bent en kunt heeft te maken met het feit dat je lichamelijk bent.
Het belangrijkste is wellicht dat ik met de wereld kan communiceren dankzij mijn lichaam. Omdat ik een lichaam heb, ben ik verbonden met de wereld om mij heen, kan ik zien, horen en aanraken en kan ik gezien, gehoord en aangeraakt worden, kan ik zelfs ‘geproefd’ worden. Hoe kun je Jezus’ woorden ‘Dit is mijn lichaam’ verstaan in het licht van het zojuist gezegde?
Wanneer deze woorden opnieuw worden uitgesproken, stel je dan voor dat je met Jezus aan tafel zit, terwijl Hij die woorden uitspreekt. Stel je voor dat Hij zich richt tot jou.
Toen Sint Augustinus over het Laatste Avondmaal schreef, stelde hij zich voor dat Jezus tot hem sprak: ‘Ik zal niet in jou veranderen – dit gebeurt met lichamelijk voedsel - maar jij zult veranderd worden in Mij.’ Spreek nu met de Heer. Wat wil jij tot Jezus zeggen wanneer Hij je uitnodigt om te eten aan zijn tafel, om veranderd te worden in Hem en om dieper in Hem door te dringen.