Jakob verliet dus Berseba en ging op weg naar Charan. Op zijn tocht kwam hij bij een plaats waar hij bleef overnachten omdat de zon al was ondergegaan. Hij pakte een van de stenen die daar lagen, legde die onder zijn hoofd en ging op die plaats liggen slapen. Toen kreeg hij een droom. Hij zag een ladder die op de aarde stond en helemaal tot de hemel reikte, en daarlangs zag hij Gods engelen omhoog gaan en afdalen. Ook zag hij de HEER bij zich staan, die zei: ‘Ik ben de HEER, de God van je voorvader Abraham en de God van Isaak. Het land waarop je nu ligt te slapen zal Ik aan jou en je nakomelingen geven. Je zult zo veel nakomelingen krijgen als er stof op de aarde is; je gebied zal zich uitbreiden naar het westen en het oosten, naar het noorden en het zuiden. Alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als jij en je nakomelingen. Ikzelf sta je terzijde, Ik zal je overal beschermen, waar je ook heen gaat, en Ik zal je naar dit land terugbrengen; Ik zal je niet alleen laten tot Ik gedaan heb wat ik je heb beloofd.’ Toen werd Jakob wakker. ‘Dit is zeker,’ zei hij, ‘op deze plaats is de HEER aanwezig. Dat besefte ik niet.’ Eerbied vervulde hem. ‘Wat een ontzagwekkende plaats is dit,’ zei hij, ‘dit is niets anders dan het huis van God, dit moet de poort van de hemel zijn!’
«Ordo Virtutum» © Buma/Stemra Buma/Stemra
«The meditone project, volume 1» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
Ensemble Seraphic fire zingt Terribilis Est Locus Iste. Woorden uit Genesis 28: ‘Wat een ontzagwekkende plaats is dit; niets anders dan het huis van God.’
De lezing van vandaag is genomen uit het boek van Genesis, hoofdstuk 28, vanaf vers 10.
In de stilte van de nacht en terwijl Jakob rustig slaapt komt God bij hem en belooft hem leven en duurzame zegen. God kent de diepste angst van Jakob en moedigt hem aan. Gods woorden vullen Jakob met ontzag en met verwondering: ‘De Heer is aanwezig op deze plaats en ik besefte het niet!’ Bij welk gedeelte van mijn leven sluiten deze woorden aan?
God belooft Jakob dat Hij met hem zal zijn waar hij ook naartoe gaat. In welke mate ben ik mij bewust van Gods actieve aanwezigheid in mijn leven?
Wat helpt mij en wat staat in de weg om de stem van God te horen en om antwoord te kunnen geven op Gods droom voor mij?
Kan ik, terwijl ik deze woorden opnieuw hoor, mijn hart openen voor de belofte van God en me laten vullen met een diep vertrouwen in zijn liefdevolle aanwezigheid?
“Ja, de Heer is op deze plek – en ik besefte het niet.” Kan ik horen op welke manier God mij vandaag roept, en hoe ik zijn uitnodiging beantwoord of zou willen antwoorden?