’s Nachts in mijn slaap zoek ik mijn lief. Ik zoek hem, maar ik vind hem niet. Laat ik opstaan, rondgaan in de stad, laat ik in de straten, op de pleinen, zoeken naar mijn allerliefste. Ik zoek hem, maar ik vind hem niet. De wachters vinden mij op hun ronde door de stad. ‘Hebben jullie mijn lief ook gezien?’ Nog maar nauwelijks ben ik hun voorbij of ik vind mijn lief. Ik grijp hem vast en laat hem niet meer los tot ik hem gebracht heb in mijn moeders huis, in de kamer van haar die mij baarde.
«Opgenomen t.b.v. Bidden Onderweg» © Eigen opname Bidden Onderweg
Het Basilius college zingt I love my love, gecomponeerd door Gustav Holst.
Alles wat me overkomt, heeft invloed op wie ik word.
Onderhevig aan al die impulsen, wil ik me nu richten op God.
Hij is er, altijd. Zijn liefde draagt me, omringt me, wil me doen leven.
Mocht ik hier en nu ontvankelijk zijn voor zijn liefde.
De lezing van vandaag is uit het boek Hooglied, een van de meest gepassioneerde boeken uit de bijbel. Het voert ons mee in een intense liefdesband tussen twee mensen. Zo’n band heeft ook God met de mensen die Hem liefhebben. We lezen hoofdstuk 3 vanaf vers 1.
In de lezing van vandaag zoekt de geliefde haar lief, maar hij is niet te vinden. Hun liefde, zo diep en intens, werd verstoord. Nu zoekt de geliefde overal. Misschien is er wel iemand die van jou houdt en die jou zoekt. Misschien is het God die jou zoekt. Kan je hier even bij stilstaan?
Soms lijkt het wel dat het niet uitmaakt hoe goed we ons verstoppen. Uiteindelijk weet God ons altijd weer te vinden. En als Hij ons vindt, dan houdt Hij van ons zoals we zijn en vraagt Hij ons Hem te vergezellen op een weg van goedheid en heiligheid. Hoe roept God jou om Hem nog meer en nog dieper lief te hebben?
Luister opnieuw naar het Hooglied. Deel jij het gevoel van het verlies van een geliefde?
Wat zou je willen zeggen tegen degene die van je houdt om wie je werkelijk bent?