Lucas 11:1-13
Eens was Jezus aan het bidden, en toen Hij zijn gebed beëindigd had, zei een van zijn leerlingen tegen Hem: ‘Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes het zijn leerlingen geleerd heeft.’ Hij zei tegen hen: ‘Wanneer jullie bidden, zeg dan:
“Vader, laat uw naam geheiligd worden en laat uw koninkrijk komen.
Geef ons dagelijks het brood dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze zonden,
want ook wijzelf vergeven iedereen die ons iets schuldig is.
En breng ons niet in beproeving.”’
Daarna zei Hij tegen hen: ‘Stel dat iemand van jullie een vriend heeft en midden in de nacht naar hem toe gaat en tegen hem zegt: “Wil je mij drie broden lenen, want een vriend van me is na een reis bij mij gekomen en ik heb niets om hem voor te zetten.” En veronderstel nu eens dat die vriend dan zegt: “Val me niet lastig! De deur is al gesloten en mijn kinderen en ik zijn al naar bed. Ik kan niet opstaan om je te geven wat je vraagt.” Ik zeg jullie, als hij al niet opstaat en het hem geeft omdat ze vrienden zijn, dan zal hij wel opstaan omdat zijn vriend zo onbeschaamd blijft aandringen, en hem alles geven wat hij nodig heeft. Daarom zeg Ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. Want wie vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. Welke vader onder jullie zou zijn kind, als het om een vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven? Of een schorpioen, als het om een ei vraagt? Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie hem erom vragen.’
Op zoek gaan
Je luistert naar het lied Silent, Surrendered, gecomponeerd door Margaret Rizza.
‘Vol overgave, kalm en stil,
open voor het woord van God.
Hart nederig voor zijn wil.’
Onze God is een God die met ons een relatie aangaat. Deze relatie is er een van liefde. God neemt daartoe het initiatief door zijn onvoorwaardelijke liefde voor ons uit te drukken. God houdt van ons zonder daar ook maar iets voor terug te vragen. God is blij te zien dat we deel uitmaken van zijn familie. In het Evangelie volgens Matteüs horen we Jezus zeggen: ‘Hier zijn mijn moeder en mijn broers! Want al wie de wil van mijn Vader in de hemel doet, is mijn broer, en zus, en moeder.’
Soms raken we de weg kwijt en proberen we ons te verstoppen. Maar God geeft het niet op met ons. Gods liefde gaat op zoek naar de geliefde; Hij wil immers dat we Hem vergezellen op de weg naar goedheid en heiligheid. Eén van de manieren om deze liefdesband met God te onderhouden is het gebed. In de lezing van vandaag leert Jezus ons hoe we moeten bidden.
De lezing van dit weekend komt uit het Evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 11, vanaf vers 1. Jezus leert ons dat we God ‘Vader’ mogen noemen. Dit impliceert een vader-kind-relatie tussen ons en God. Hoe voel jij je daarbij?
Misschien heb je in je leven de liefhebbende zorg van een vader ervaren, of misschien juist niet. Jezus zegt ons dat ‘de Hemelse Vader’ om ons geeft, zelfs veel meer nog dan aardse vaders die verre van perfect zijn. Kan je je een periode herinneren waarin je de liefhebbende zorg van de Hemelse Vader voor jou ervaren hebt?
In het Evangelie volgens Matteüs waarschuwt Jezus zijn leerlingen voor het nabootsen van de gebeden van schijnheiligen. Hij veroordeelt het hol gewauwel van de heidenen. Bij het gebed gaat het niet om het aantal woorden dat je gebruikt. Bidden betekent dat je een relatie aangaat en ervaart dat je daarin ten volle jezelf mag zijn. Dat is precies wat Jezus ons aanbiedt.
Luister opnieuw naar de lezing. Hoe zou jij je relatie met God willen ervaren en uitdrukken? En je relatie met je medemensen?
Jezus zegt: ‘Vraag, en het zal je gegeven worden.’ Wees zo open en eerlijk mogelijk en durf God te vragen wat je vandaag van Hem nodig hebt.
