Matteus 24:42-51
Jezus zei tegen zijn leerlingen: wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt. Besef wel: als de heer des huizes had geweten in welk deel van de nacht de dief zou komen, dan zou hij wakker gebleven zijn en niet in zijn huis hebben laten inbreken. Daarom moeten ook jullie klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht.
Wie is die betrouwbare en verstandige dienaar die de heer heeft aangesteld over zijn huispersoneel om hun op tijd te eten te geven? Gelukkig de dienaar die daarmee bezig is wanneer zijn heer komt. Ik verzeker jullie: hij zal hem aanstellen over alles wat hij bezit. Slecht is echter de dienaar die bij zichzelf zegt: Mijn heer blijft voorlopig nog weg, en die zijn mededienaren begint te slaan en het met dronkaards op een slempen zet. Dan zal de heer van die dienaar komen op een dag waarop hij het niet verwacht en op een tijdstip dat hij niet kent, en hij zal hem straffen met zijn zwaard en hem het lot van de huichelaars laten ondergaan; daar zal hij met hen jammeren en knarsetanden.
Salva nos, Domine
door Jean Mouton
uitgevoerd door Ensemble Hermes
«Kathedrale klanken (opgenomen i.s.m. Bidden Onderweg)» © Met permissie Permissie
Het beeld van 'de Heer die terugkomt'
Ensemble Hermes zingt het lied Salva nos, Domine, gecomponeerd door Jean Mouton.
’Red ons, oh waakzame Heer, en bewaak ons slapenden, zodat we kunnen kijken met Christus, en rusten in vrede.’
De lezing van vandaag is uit het Evangelie volgens Matteüs, hoofdstuk 24, vanaf vers 42.
Jezus leert ons dat we klaar moeten staan als Hij komt. Wat betekent het beeld van ‘de Heer die terugkomt op een dag waarop je het niet verwacht’ voor mij? En wat betekent in dit geval ‘wakker blijven’ voor mij, in mijn leven?
Jezus kan op vele manieren tot ons komen. Niet enkel aan het einde van de tijden, maar ook nu. Hoe komt Hij in mijn leven? Wat brengt Hij mij?
Hoor het evangeliegedeelte opnieuw. Misschien klonk het de eerste keer wat bedreigend, dat Jezus zijn vinger naar ons opheft. Maar hoor nu eens Jezus’ grote verlangen om bij ons terug te komen, en zijn grote vreugde als Hij ziet dat wij op hem wachten.
Als ik bedenk dat Jezus zo binnenloopt, hier en nu, wat wil mijn hart tegen Hem zeggen?
