Toen Hij uitgesproken was, nodigde een farizeeër Hem uit voor de maaltijd. Eenmaal binnen ging Hij meteen aanliggen. Toen de farizeeër dat zag, verwonderde hij zich erover dat Hij zich niet eerst gewassen had voor de maaltijd. Maar de Heer zei tegen hem: ‘Ach jullie farizeeën! De buitenkant van de beker en de schotel reinigen jullie, maar jullie eigen binnenkant is vol roofzucht en slechtheid. Dwazen, heeft Hij die de buitenkant gemaakt heeft niet ook de binnenkant gemaakt? Geef liever de inhoud van beker en schotel als gift aan de armen, dan is niets meer onrein voor jullie!
«Opgenomen in de Krijtberg t.b.v. Bidden Onderweg» © Eigen opname Bidden Onderweg
Je luistert naar Wash me throughly, psalm 51; gecomponeerd door Samuel Sebastian Wesley.
‘Wees mij genadig, God, in uw trouw, was mij schoon. Neem met majoraan mijn zonden weg en ik word rein, was mij en ik word witter dan sneeuw.’
De lezing is genomen uit het Evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 11, vanaf vers 37.
Wat houden we ervan goed over te komen en iets goeds te doen voor het oog van anderen. Denk even na over “de buitenkant van jouw beker” – hoe probeer jij bij anderen over te komen? Welke indruk wil jij maken? Welk beeld wil jij dat anderen van je hebben?
En wat is er “aan de binnenkant van je beker”? Welke verlangens en daden probeer je voor anderen verborgen te houden?
Je hoort de lezing nu opnieuw. Luister aandachtig naar de laatste zin. Daarin lijkt Jezus te suggereren dat, als we ons hart vrijgevig maken, als we de “binnenkant” in orde krijgen, roofzucht en slechtheid weg zullen smelten.
Praat met Jezus in je eigen woorden over die vlekken van ‘roofzucht en slechtheid’, waarvan je zou willen dat Hij ze uit je hart verwijdert. Vraag Hem wat je verlangt.