En u, wie u ook bent, met uw oordeel al klaar: u bent evenmin te verontschuldigen. Het oordeel dat u over anderen velt, velt u over uzelf, want de dingen die u veroordeelt doet u zelf ook. Wij weten dat God hen die dergelijke dingen doen terecht veroordeelt. Dacht u soms dat u, die zelf doet wat u in anderen veroordeelt, de straf van God kunt ontlopen? Of veracht u zijn onbegrensde goedheid, geduld en verdraagzaamheid, en weet u niet dat zijn goedheid u tot inkeer wil brengen? Doordat u zo hardleers bent en niet tot inkeer wilt komen, maakt u de straf op de dag van Gods toorn, wanneer Hij zijn rechtvaardig vonnis velt, alleen maar zwaarder.
God beloont ieder mens naar zijn daden. Aan wie met volharding het goede doet, wie glorie, eer en onsterfelijkheid zoekt, schenkt Hij het eeuwige leven. Maar wie handelt uit geldingsdrang, de waarheid niet eerbiedigt en zich laat leiden door onrecht, straft Hij met zijn toorn en woede. Iedereen die het slechte doet wacht leed en ellende, de Joden in de eerste plaats, maar ook de andere volken. Maar iedereen die het goede doet wacht glorie, eer en vrede, de Joden in de eerste plaats, maar ook de andere volken. Want God maakt geen onderscheid.
«Harp vol. 1» © Buma/Stemra Buma/Stemra
Cappella Nova zingt het Sanctus uit de saint Anne’s mass van James MacMillan.
‘Gezegend, degene die komt in de naam van de Heer.’
De lezing van vandaag is uit de Brief aan de christenen van Rome, hoofdstuk 2 vanaf vers 1.
Jezus stelde heel geregeld dringende vragen aan wie zich zeker voelden in hun godsdienstigheid, over de manier waarop zij naar anderen keken die niet op dezelfde manier als zij dachten, geloofden en handelden. Luister naar wat Paulus zegt over ‘Gods onbegrensde goedheid, geduld en verdraagzaamheid.’ Wat voel je, als je deze woorden hoort?
Paulus zegt ons niet, dat we maar moeten doen wat ons aanstaat en dat God dat wel zal verstaan. Er klinkt een uitdaging in de waarschuwing dat wij zullen worden beloond naar onze daden. Ons menselijk leven, onze keuzes en beslissingen, hebben hun consequenties voor de eeuwigheid. Maar datzelfde geldt voor de manier waarop wij over anderen oordelen. Paulus zegt ook dat Gods goedheid de bedoeling heeft om ons tot inkeer te brengen. Wat betekent dat voor jou? Heb je dit ooit ervaren?
Als je nog eens naar deze lezing luistert, wat is dan vandaag voor jou de uitdaging en de uitnodiging achter de woorden?
Voel je het verlangen om iets voor jezelf, voor iemand anders, voor de wereld aan God te vragen?