





Tegen degene die Hem had uitgenodigd, zei Hij: ‘Wanneer u een maaltijd aanbiedt of een feestmaal geeft, vraag dan niet uw vrienden, uw broers, uw verwanten of uw rijke buren. Want zij zullen op hun beurt u uitnodigen, en zo doen zij iets voor u terug. Wanneer u een feestmaal geeft, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit. Dan zult u gelukkig zijn, juist omdat zij niets kunnen terugdoen. Want u zult ervoor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.’
 
                                                    «Iyai Jesuchristo» © Met permissie Permissie
 
                                                    «Harp vol. 1» © Buma/Stemra Buma/Stemra
Musica Temprana zingt Psalm 112, Beatus vir. ‘God straalt voor de oprechten als licht in het duister genadig, liefdevol en rechtvaardig. Gul deelt Hij uit aan de armen.’
De lezing is genomen uit het Evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 14, vanaf vers 12.
Wanneer je iemand uitnodigt om bij je langs te komen, bijvoorbeeld om te komen eten, wat zijn dan de dingen waar je speciaal op let? Waaraan besteed je veel aandacht?
“Nodig de armen, kreupelen, verlamden en blinden uit.” Waarom denk je dat Jezus dit zegt? Waarschijnlijk overdrijft Jezus hier om zijn punt duidelijk te maken en bedoelt Hij niet dat we nooit onze vrienden moeten uitnodigen voor een maaltijd, of dat we nooit enige erkenning zouden moeten krijgen wanneer we royaal zijn. Maar, als je opnieuw luistert, misschien nodigen deze woorden van Jezus je uit om in een bepaald aspect van je leven wat ruimhartiger te zijn; wat makkelijker te geven, zonder iets terug te verwachten.
“Je zult worden beloond bij de opstanding van de rechtvaardigen.” Spreek met Jezus over deze belofte. Wat moet je doen om voorbereid te zijn op “de opstanding van de rechtvaardigen”.