





Grote mensenmenigten trokken met Jezus mee. Hij wendde zich tot hen en zei: ‘Wie Mij volgt, maar niet breekt met zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zussen, ja zelfs met zijn eigen leven, kan niet mijn leerling zijn. Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij aan komt, kan niet mijn leerling zijn. Want wie van jullie die een toren wil bouwen gaat niet eerst de kosten berekenen, om te zien of hij wel genoeg heeft voor de bouw? Als hij het fundament gelegd heeft maar de bouw niet kan voltooien, zal iedereen die dat ziet hem uitlachen en zeggen: “Die man begon te bouwen, maar afmaken kon hij het niet.” En welke koning die eropuit trekt om met een andere koning oorlog te voeren, zal niet eerst bij zichzelf te rade gaan of hij wel met tienduizend man kan optrekken tegen iemand die met twintigduizend man tegen hem oprukt? Als hij dat niet kan, stuurt hij eerst, wanneer de troepen nog ver van elkaar verwijderd zijn, een gezant om naar de voorwaarden voor vrede te vragen. Zo geldt ook voor jullie: wie geen afstand doet van al zijn bezittingen, kan mijn leerling niet zijn.
«Blue piano» © Creative commons NC-ND 4.0 Creative Commons
VOCES8 zingt het lied Beati Quorum Via. ‘Gezegend zijn zij wier weg volmaakt is. Wiens pad voltooid is. Zij die wandelen in de wet van de Heer.’
De lezing van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 14 vanaf vers 25.
Het lijkt erop dat Jezus zegt dat je Hem enkel kunt volgen als je je losmaakt van je familie. Wat spreekt je aan in deze gedachte, en wat juist niet. Vind je het goed?
Jezus gaat nog een stap verder: als je Hem wilt volgen, dan moet je je losmaken van al je bezittingen en zelfs van het leven zelf. Opnieuw, welke snaar raakt dit bij jou? Wat vind je hier goed aan, en wat vind je niet goed?
Hoe we ook over deze passage denken, Jezus maakt hier voor ons helder wat het betekent als we Hem en zijn boodschap serieus nemen. Als je de tekst nog eens hoort, probeer je dan te focussen op hoe Hij dit alles zou zeggen als Hij het zegt tegen jou, vandaag.
Als afsluiting van deze tijd van gebed, vraag de Heer, in je eigen woorden, hoe jij met jouw leven antwoord kan geven op zijn oproep.